Let op.
De trilplaat moet tijdens de controle vlak staan. Bij het vaststellen van gebreken mag de
machine niet gebruikt worden tot de gebreken verholpen zijn.
6.4 Motor handmatig starten (Afbeelding 7)
1. Brandstofkraan(8) openen door de hendel voor het openen en sluiten naar rechts te
schuiven (loodrecht).
2. Gasregeling hendel (7 of M) op de positie ½ of ¾ draaien.
3. Rustig aan de Trekstarter (4) trekken, tot er weerstand voelbaar is en dan langzaam
weer laten oprollen.
AANWIJZING:
De trekstarter niet na het aantrekken loslaten, maar voorzichtig met de hand terug
begeleiden om beschadiging van de trekstarter te voorkomen.
4. Decompressiehendel (11) tot de aanslag naar beneden drukken.
5. De trekstarter krachtig, maar met beleid aantrekken. De motor start.
LET OP!
Bij herhaalde startpogingen wachten tot de motor tot stilstand is gekomen.
WAARSCHUWING:
Als het motortoerental oploopt begint de trilplaat te trillen.
AANWIJZING:
De decompressiehendel niet bij een lopende motor gebruiken.
6. Motor naar het hoogste toerental brengen.
7. De hendel voor voor- en achteruit (C) naar voren drukken.
PAS OP!
De voor- en achteruit snelheid is traploos regelbaar (variabel)
6.5. Elektrostart (afbeelding 8)
1. Brandstofkraan(8) openen door de hendel voor het openen en sluiten naar rechts te
schuiven (loodrecht).
2. Gasregeling hendel (7 of M) op de positie ½ of ¾ draaien.
3. Decompressiehendel (11) blijft in de hoogste stand staan (niet naar beneden drukken)
4. (afbeelding 8.) Sleutel in het contact steken en rechts in de gebruikspositie draaien. Net
zo lang vasthouden in deze positie totdat de motor loopt!
LET OP!
Bij herhaalde startpogingen wachten tot de motor tot stilstand is gekomen.
WAARSCHUWING:
Als het motortoerental oploopt begint de trilplaat te trillen.
5. Als de motor loopt, de startsleutel loslaten