1.4.0 Montage - Installatie - Tips
Het MINILOGIC-systeem moet op een stabiele werktafel worden geplaatst. De
afmetingen zijn daarop afgestemd.
De labelprinter moet altijd zijn aangesloten op een PC of stuurapparaat. De bijgeleverde
programmadiskette moet worden gebruikt in een diskettestation (HD) of worden
gekopieerd naar de vaste schijf.
Door de plaats van de kabeluitgangen moet de MINILOGIC-printer altijd rechts van het
stuurapparaat geplaatst worden.
Het netsnoer zit vast en bevindt zich aan de linkerzijde van de machine.
De twee dataingangen (serieel (V 24) en parallel (Centronics)) zitten ook links. U moet
zelf de juiste kabel installeren.
De juiste interface wordt automatisch geselecteerd.
Het systeem moet als volgt worden opgezet:
a)
Installeer de computer en het toetsenbord (indien nog niet aanwezig) volgens de
bij die onderdelen geleverde aanwijzingen.
b)
Plaats de monitor op de computer en steek beide kabels van het stuurapparaat in de
juiste aansluitingen.
c)
Plaats de MINILOGIC-printer naast het stuurapparaat en sluit de kabels aan.
Steek de softwaresleutel op de Centronics-interface.
Installeer de standaardkabel voor de Centronics-interface (parallel) tussen de
softwaresleutel en de MINILOGIC.
Let op!
Zet alle stekkers goed vast met schroeven of draaipennen!
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
3