Pagina 1
Vaste tapebreedte-instelling voor labeltape van 82 mm breed Tapegeleiders van 50 mm en 89 mm zijn ook leverbaar Overige breedten op aanvraag Deze machine voldoet aan de Europese richtlijnen voor machines 89/392/EWG en 91/368/EWG Minilogic NL versie 5 - augustus 2004...
Pagina 2
Postbus 50052, 1305 AB Almere (NL) Binnen Nederland: Telefoonnummer : (036) 549 11 33 Faxnummer : (036) 532 05 98 Vanuit andere landen: Telefoonnummer : 0031 36 5491111 Faxnummer : 0031 36 5320398 Uw dealer Minilogic NL versie 5 - augustus 2004...
Toch willen wij u adviseren deze handleiding goed door te nemen om vergissingen bij de installatie en het gebruik van de machine te voorkomen. Deze gebruikershandleiding bevat informatie over de MINILOGIC van Thermopatch Almere. Deze handleiding is bedoeld voor alle gebruikers van het product en bevat informatie over de installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en verbruiksgoederen van de MINILOGIC, en natuurlijk de bediening ervan.
In één sessie kunnen labels uit verschillende soorten textiel bedrukt en afgesneden worden. De tape-invoer is standaard geschikt voor labeltape van 82 mm breed. De MINILOGIC V is echter ook leverbaar met een invoer van 50, 60 of 89 mm. Overige breedten (met enkele beperkingen) zijn verkrijgbaar op aanvraag.
Pagina 5
(Centronics) of serieel (V 24) De communicatiebox in de printer kiest automatisch het juiste type aansluiting. Door het transmissieprotocol kan de MINILOGIC nu gebruikt worden als een gewone printer. De MINILOGIC voldoet aan de Europese richtlijnen voor machines 89/392/EWG en 91/368/EWG. Toch geven wij in deze handleiding enkele adviezen om ieder risico tot een minimum te beperken.
Veiligheidsmaatregelen en -symbolen Op de MINILOGIC ziet u het volgende symbool: Let op! Elektrische spanning! Alle aandrijvingen en regelaars werken op een spanning van maximaal 24 volt. De aansluiting voor 220 of 110 volt wisselstroom bevindt zich in de regelkast binnen in de printer.
Fotosensorbesturing, pagina 33 en verder. Voorbedrukte tape, pagina 39 en verder. Als u een MINILOGIC hebt gekocht met een smallere bandinvoer dan de standaardinvoer van 82 mm, moet u de standaardinstellingen en/of beperkingen in het invoermenu van het werkprogramma aanpassen.
Toetsenbord ..................10 2.4.2 Het programma opnieuw starten............11 2.5.0 De invoergeleider................11 2.5.1 De invoergeleider van een MINILOGIC met fotosensor ....12 2.6.0 Gegevensinvoer voor testen en instellingen ........12 - 13 2.7.0 Instellingen opvragen................. 13 2.7.1 Systeeminstellingen ................14 2.7.2...
Pagina 10
END OF TAPE ................. 30 4.3.3 Aansluitingskabel voor opties............30 Beveiliging 5.1.0 Beveiliging van de behuizing ............31 5.1.1 Zekeringen in de MINILOGIC ............31 5.1.2 Netfilter....................31 5.2.0 Beveiliging van het drukproces ............31 Werking met fotosensor 6.1.0 Fotosensorbesturing ................32 6.2.0...
1. Uitpakken - Opstellen - Monteren 1.1.0 Technische specificaties MINILOGIC 220 volt 110 volt Stroomverbruik 100 W/0,6 A 100 W/1,2 A Voeding 220/240 V 110 V Zekeringen (primair) 2 x 2,0 A 2 x 4,0 A Datakabel- Parallel (Centronics) aansluitingen...
Centronics-connector ('dongle') 1 Verbindingskabel, 25-polig, Centronics 1.3.2 Levering II Als u een MINILOGIC met fotosensor voor voorbedrukte labels hebt besteld, is de sensor reeds in printer gemonteerd en getest. 1.3.3 Levering III Als u een MINILOGIC met labelstapelaar hebt besteld, is deze reeds gemonteerd, afgesteld en getest in de fabriek.
(HD) of worden gekopieerd naar de vaste schijf. Door de plaats van de kabeluitgangen moet de MINILOGIC-printer altijd rechts van het stuurapparaat geplaatst worden. Het netsnoer zit vast en bevindt zich aan de linkerzijde van de machine.
Pagina 16
Open het voorpaneel, plaats de draaiknop voor de wasl op de as aan de uiterste linkerzijde en zet hem vast in de machine met de schroef. Hang de labelrolhouder in de MINILOGIC aan de achterzijde bovenaan, en schuif het middenstuk (de kern) van de rol in de houder.
Pagina 17
Als de tape goed is afgesneden, moet u de printer even uitschakelen tot alle lampjes uitgaan en de printer daarna weer inschakelen. Wanneer de MINILOGIC weer wordt ingeschakeld, wordt de tape automatisch naar de juiste positie voor het afdrukproces gebracht.
Plaats de cassette er schuin in, dat wil zeggen met de zijde van het lint naar voren, zodanig dat het lint tussen de printkop en de geleider loopt. Schuif de bovenste grepen van de cassette diep in de bovenste sleuf. Eventueel de cassette van achteren een beetje optillen en voorzichtig op en neer bewegen.
2. Klaarmaken voor gebruik 2.1.0 Inbedrijfstelling Als de inbedrijfstelling niet onmiddellijk na de installatie gebeurt, moet u het afdruksysteem dagelijks activeren. Zet de MINILOGIC-printer aan. Zet de computer aan of start het systeem opnieuw. Start het programma. Let goed op alle meldingen! 2.2.0 Programmadrager...
2.3.1 De eerste maal starten Standaard is de diskette met het FLP-programma in het Engels. Als u wilt werken met een Duitse versie moet u bij de eerste maal dat u het programma wilt opstarten, niet naar de directory "FLP" gaan, maar naar een instellingenmenu. Daartoe moet u de opdracht "FLPINIT"...
Zie ook pagina 28. U kunt nu onmiddellijk andere printerinstellingen vastleggen, bijvoorbeeld als uw MINILOGIC geen standaardinvoer van 82 mm heeft. Dit wordt nader uitgelegd op pagina 28 bij de tape-instellingen. Maak uw keuze door middel van de pijltoetsen. Bij "Fonts" kunt u kiezen uit acht verschillende lettertypen. Deze zijn opgeslagen op de programmadiskette en kunnen door het programma worden gebruikt.
2.4.2 Het programma opnieuw starten Zoals beschreven bij 2.3.0. Als de MINILOGIC-printer niet is ingeschakeld, de kabels verkeerd zijn aangesloten of de aansturingskaart niet is geïnstalleerd, verschijnt de volgende foutmelding: "printer not ready" Het programma kan pas worden gestart wanneer het probleem is verholpen! Als het werkvenster verschijnt, weet u dat eerst de tekenset wordt gelezen.
2.5.0 De invoergeleider 2.5.1 De invoergeleider van een MINILOGIC met fotosensor In deze nieuwe uitvoering van de MINILOGIC is de invoergeleider niet gewijzigd. Binnen in de printer moet alleen een schakelaar op het kastje met elektronica verzet worden om het gebruik van de fotosensor AAN of UIT te zetten (O/I).
g) Vul eerst de hele regel die bedrukt moet worden met tekens, zodat gecontroleerd kan worden of de instellingen goed zijn. In een klein lettertype passen er 43 tekens op een regel. Als het lettertype wat groter of breder is, passen er aan de rechterkant minder tekens op.
(Snelheid bij terugvoer naar afdrukpositie) Deze instellingen zijn alleen mogelijk bij de C.ITOH-printer en gelden niet voor de nieuwe MINILOGIC met LQ 870-printer! Deze waarden (cps - tekens per seconde) kunnen gewijzigd worden. De standaardwaarden moeten bij voorkeur niet gewijzigd worden.
Pagina 26
Daarna verschijnt automatisch het volgende keuzemenu: MINILOGIC Druckeranschluß LPT 1 (Printeraansluiting) Linker Rand 0 mm (Linkermarge) Vorschub n. Drucken 33 mm (Doorvoer na afdrukken) Rückzug n. Schneiden 35 mm (Terugvoer na afsnijden) Schneidwerk-Einstellung schneiden (Instelling snijmechanisme) (afsnijden) Gebruik de pijltoetsen om het gewenste onderdeel te selecteren en druk op <ENTER>...
Pagina 27
Deze waarde kan hier ingesteld worden voor zowel smalle als brede labels. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx XXXXXXXXX e) Schneidwerkeinstellungen (Instellingen snijmechanisme) Hier bepaalt u op welke van de drie volgende manieren de MINILOGIC moet werken: 1 - Schneiden (alle Etiketten) (Afsnijden (alle labels)) 2 - Schneidlinie drucken, nicht schneiden (Snijlijn afdrukken, niet afsnijden) 3 - Keine Schneidlinie drucken und nicht schneiden.
2.7.3 FLP-instellingen voor streepjescodes (F9) Streepjescode-instellingen: Lengte van de streepjescode (cijfers) Controlegetal Laatste streepjescodenummer Breedte van de streepjescode Hoogte van de streepjescode Code in cijfers onder de streepjes Grootte (lettertype) van de cijfers onder de code Länge Lengte Controlegetal Laatste streepjescode : Breedte van de code : Code onder streepjes : Lettertype...
Pagina 29
Lengte Controlegetal Laatste streepjescode : Breedte van de code : Hoogte van de code : Code onder streepjes : Lettertype Lengte Controlegetal Laatste streepjescode : Breedte van de code : Hoogte van de code : Code onder streepjes : Lettertype Code unter Barcode Lengte Keiner...
2.7.4 Instellingen voor een MINILOGIC met fotosensor Speciale programmainstellingen zijn niet langer nodig voor de MINILOGIC V. Alleen de terugkeer naar de eerste regel die wordt afgedrukt en de marge-instellingen moeten nog worden vastgelegd. De precieze doorvoer naar de snijpositie gebeurt door het stelblok van de fotosensor nauwkeurig af te stellen.
2.8.0 Testlabels afdrukken na het wijzigen van instellingen Na het aanbrengen van de nodige wijzigingen drukt u op de toets <ESC> om terug te keren naar het werkmenu. Druk nogmaals op functietoets <F6> en druk drie labels af. Controleer het lettertype en breng eventueel wijzigingen aan met <F9> tot het label geheel naar wens is.
Wanneer u op een toets drukt, wordt de schermbeveiliging weer uitgeschakeld. 2.10.0 Het afdrukken onderbreken Wanneer u op de MINILOGIC-printer de toets "PAUSE" indrukt, zet u de printer "OFF LINE". De printer stopt onmiddellijk, zonder dat er gegevens verloren gaan.
MINILOGIC met programma van klant Als u de MINILOGIC-printer rechtstreeks aansluit op uw EDP-systeem en niet werkt met het FLP-programma, moet u zelf een geschikt werkprogramma opzetten. Een vereiste voor de goede werking is dat uw systeem over de juiste aansluitingen beschikt.
3.2.0 Programmeren De tekst wordt gepositioneerd met spaties en lege regels zoals normaal. De noodzakelijke opdrachten voor het lettertype, de lettergrootte, afstand en dergelijke zijn de normale EPSON-printerstuurcommando's. Kent u die niet, raadpleeg dan de bijgeleverde gebruikershandleiding. Deze is uitsluitend leverbaar in het Nederlands, Engels, Duits of Frans.
4. De MINILOGIC-printer 4.1.0 Knoppen en lampjes (LED's) van links naar rechts: Knoppen en lampjes FONT Knop waarmee lettertypen voor het afdrukken geselecteerd kunnen worden. Het lampje voor het gekozen lettertype licht groen op. Aangestuurd vanuit het FLP-programma. Niet gebruiken.
BIN 1 / BIN 2 Voor de aanvoerbakken. Niet aanwezig, niet gebruikt. Toets ALT Voor de MINILOGIC niet gebruiken. Toets LF/FF Voor de doorvoer van labeltape. Kort indrukken = één regel doorvoeren. Lang indrukken = form feed (hele 'bladzijde' doorvoeren).
4.1.1 De aan-uit schakelaar De aan-uitschakelaar bevindt zich aan de linkerzijde van de printer. Wanneer de schakelaar in de stand "I" staat, is de MINILOGIC ingeschakeld. Na het inschakelen wordt de werking van het printersysteem en snijmechanisme gecontroleerd, de labeltape wordt in drie stappen teruggetrokken naar de afdrukpositie en de machine wordt gereedgemaakt voor gebruik, wat zichtbaar is aan het groene lampje POWER.
(kopieën) verkregen wordt. Bij de MINILOGIC is deze hendel bedoeld om de printkop dichter bij de labeltape te plaatsen, afhankelijk van de slijtage van het inktlint.
De tape-invoer is vast in de printer bevestigd en kan door de klant niet veranderd worden. De standaardbreedte is 82 mm. De MINILOGIC kan echter ook worden geleverd voor labeltape van 60, 70 of 89 mm. De fotosensor voor voorbedrukte tapes kan alleen ingebouwd worden bij een tape-invoer van 82 of 89 mm.
Regelt de looptijd van de stapelaar, langer of korter, naargelang de labelgrootte. 4. Schakelaar voor gebruik fotosensor Positie "0" links = functie uitgeschakeld. MINILOGIC werkt met standaardlabeltape. Positie "I" rechts = fotosensor voor voorbedrukte tape is in gebruik. 5. Lampje voor fotosensor Het groene lampje gaat branden wanneer de fotosensor een contrast (grijstinten) met wit heeft opgemerkt.
Er moet een nieuwe labeltape worden ingevoerd. 4.3.3 Aansluitingskabel voor opties De MINILOGIC in standaarduitvoering is reeds voorzien van kabels voor aansluiting van het stapelapparaat en de fotosensor. Ze liggen los naast het kastje met elektronica en hebben stekkers die geen kortsluiting kunnen veroorzaken.
Wanneer de printkop vastloopt of onregelmatig beweegt, zorgt een ander onderdeel ervoor dat het afdrukken wordt onderbroken. De MINILOGIC stopt ook wanneer het snijmechanisme geblokkeerd raakt. Er volgt een alarmmelding op de voorzijde van het elektronicakastje en u ziet een rood lampje knipperen.
6.1.0 Fotosensorbesturing De nieuwe MINILOGIC beschikt niet langer over een leessysteem dat werkt met weerkaatsing. Het nieuwe systeem kijkt als het ware door de tape heen. De zend- en ontvangkoppen bevinden zich nu tegenover elkaar, gescheiden door de tape die er tussendoor loopt.
6.2.0 Stelblok Hoogteafstelling Front Leeskop Stelblok Zender Tape invoer Label tape Zoals in de figuur te zien is, zitten het stelblok en de twee leeskoppen rond de tape- invoer. Het blok wordt afgesteld met de draaiknop boven op de printer, naast de tape-invoerkop. De leeskoppen worden in de fabriek precies in het midden gemonteerd.
Pagina 45
Zoek aan de hand van de explosietekeningen C en D het stelblok waarin u de koppen wilt verplaatsen. De betreffende onderdelen zijn nummer 050 / 060 en 051 / 061. `U bent nu in het bovenste gedeelte van de printerbehuizing, achter de voorklep. Stelknop voor fotosensor Bevestigingsschroeven voor voorklep...
1. Haal de labeltape uit de MINILOGIC en verwijder de rolhouder. 2. Leg de printer op de achterzijde. Daarvoor dienen de vier rubberen steunen. 3. Schroef de voorplaat met de lampjes los. Draai de vier inbusschroeven met ring los. Maak de stekker los.
6.2.3 Versterker en regeleenheid Data + indicatielampje In werking detectiesignaal Stroomvoorziening groen rood Glasvezelkabel- aansluitingen Vertraging Gevoeligheids- Modusschakelaar Alarm instelling De regeleenheid is links binnen in de behuizing met klittenband vastgezet. Afstellingen worden gedaan met een kleine schroevendraaier. 1. Indicatielampje In werking Dit lampje moet altijd branden (groen).
De "oranje" kabel is bij de MINILOGIC niet in gebruik. De regeleenheid wordt door THERMOPATCH geleverd met alle benodigde stekkers reeds gemonteerd. Aansluitingen kunnen niet omgewisseld worden. Het kastje met elektronica van de MINILOGIC is in de standaarduitvoering reeds voorzien van de aansluitingskabel voor de fotosensorbesturing. Naar regel eenheid...
Voor het opzetten van de fotosensorbesturing zijn alleen de knop voor de hoogteafstelling (zie pagina 33) en de knop voor het afstellen van de gevoeligheid boven op de MINILOGIC nodig. Het groene lampje op de regeleenheid geeft aan dat de besturing is ingeschakeld en stabiel is.
6.4.0 MINILOGIC klaarmaken voor gebruik met voorbedrukte labeltape 1. Snij de voorbedrukte labeltape zodanig af dat het eerste label begint met de kleurmarkering of randlijn. 2. Hang de labeltape in de houder en voer de tape in de printer in zoals beschreven op pagina 5.
6.4.1 Snijlijn wijzigen 1. Er wordt een label ingevoerd en afgesneden. Als het formaat klopt, en alleen de snijlijn niet helemaal goed is, herhaal dan de toetsinvoer om de controleren of het resultaat hetzelfde. Als het snijden helemaal verkeerd gaat, moet de gevoeligheid worden verhoogd. Let op de verschillende geluiden: Na het indrukken van de toetsen hoort u eerst de fotosensor die op zoek is: een duidelijk getik.
Let op! De waarde moet zodanig gekozen worden dat de fotosensor nog op een witte ondergrond staat en dus kan zoeken. Anders snijdt de MINILOGIC onmiddellijk! Druk altijd hetzelfde aantal regels met hetzelfde lettertype af, zodat u de doorvoer en het zoekpad kunt optimaliseren om snel te kunnen werken.
De snijsnelheid kan alleen worden ingesteld op de oude MINILOGIC met printer C.ITOH 310! Als al uw instellingen optimaal zijn en de MINILOGIC nog steeds te vroeg afsnijdt, misschien tijdens de doorvoer naar de snijlijn, druk dan op <F9> en wijzig de systeeminstellingen "Geschwindigkeit des Vorschubs zum Messer"...
7. De stapelaar (optioneel) Onmiddellijk na het afsnijden neemt het stapelapparaat de afgewerkte labels over. Rubberen transportbanden brengen ze naar de onderste plaat. De bovenste platen houden de labels op stapel. De labels worden aan de onderzijde toegevoegd, zodat ze netjes gesorteerd liggen, de eerste bovenop, de laatste onderop.
Draai deze knop linksom voor een kortere duur, rechtsom voor een lagere duur. De elektronica van de MINILOGIC zorgt er automatisch voor dat de stapelaar gestart wordt op het moment dat er gesneden wordt. Kies de werkingsduur zodanig dat het label goed in de stapel terechtkomt.
8. Verbruiksgoederen vervangen 8.1.0 Labeltape vervangen Het vervangen of plaatsen van een nieuwe labeltape is niet altijd hetzelfde. Het hangt er namelijk van af of het afdrukproces door het programma werd onderbroken of überhaupt nog helemaal niet begonnen is. a) Tape verwijderen Wanneer u de melding "END OF TAPE"...
Pagina 57
Draai dit ver genoeg door de machine tot er ongeveer één centimeter onder het mes uitsteekt. De labeltape moet nu goed afgesneden worden. Om veiligheidsredenen is hiervoor een systeem ingebouwd dat met twee handen bediend moet worden. Druk met uw linkerhand de veiligheidsknop uiterst links op de kast in, en met uw rechterhand de knop rechts op de kast die het mesmechanisme in werking zet.
8.2.0. Inktlint vervangen Om het inktlint te plaatsen moet u de klep aan de voorzijde van de printer openen en de printkop, die in nulstand altijd achter de labeluitvoerbak staat, naar rechts schuiven tot tegen de aanslag. Druk nu de hendel voor het afstellen van de indruk - blauw, links in het apparaat - helemaal naar beneden.
De oudere MINILOGICs werken met verschillende programma's zoals EDRUSIM en het layoutprogramma, afhankelijk van het gebruik. De nieuwe MINILOGIC kan niet overweg met de oude programma's. Dit geldt ook voor de oude FLP-programma's! De nieuwe MINILOGIC Model 5 vereist het nieuw ontwikkelde FLP-programma vanaf versienummer 2.7B.
9.1.3 Ongecoat labeltape Ongecoat tape wordt vaak gebruikt in ziekenhuizen en dergelijke voor labels in de spullen van patiënten die er lange tijd moeten blijven. Bij het vastnaaien moeten deze labels aan de randen omgeslagen worden. Dit materiaal is van een redelijk zachte kwaliteit. Nieuw op de markt is een tape die veel stijver is.
10.2.0 MINILOGIC-verbruiksgoederen Labeltape, patchbaar Kwaliteit 101 Katoen, wit Kwaliteit 103 tot 113 Katoen, gekleurd Kwaliteit 201 Weefsel van getwijnd garen, wit Kwaliteit 600 Weefsel van getwijnd garen, wit doorzichtige coating *) Kwaliteit 601 Weefsel van getwijnd garen, wit *) Kwaliteit 602 tot 613...
Pagina 63
Labeltape, niet-patchbaar Dit labelmateriaal voor opstiklabels is alleen leverbaar in een breedte van 90 mm, kleur wit. Opgemerkt dient te worden dat alleen de niet-geappreteerde zijde van de tape bedrukt of beschreven kan worden! De rollen worden opgewonden zoals het patchbare materiaal, zodat de zijde die bedrukt wordt van buiten zit.
10.3.0 Faxbestelformulier Als u onderdelen voor de MINILOGIC wilt bestellen, maak dan een kopie van dit formulier en fax het rechtstreeks naar ons of naar uw lokale Thermopatch-dealer. O R D E R P E R F A X Ordernr.
Als er geen extra schema is bijgevoegd, hebben de beschrijvingen altijd betrekking op de explosietekeningen en onderdelenlijsten. 11.1.0 Snijmechanisme Dit is het enige onderdeel dat gewoon door de voorklep te openen bereikbaar is voor onderhoud en afstelling, dus zonder de kap te verwijderen. Als de snijlijn van de labels niet parallel loopt met de gedrukte regels, dan kunt u het complete mesmechanisme nr.
Verwijder de bevestigingsbouten en ringetjes van de basisplaat en verwijder het snijmechanisme. Als het nieuwe mechanisme op de oude basisplaat gemonteerd moet worden, moet ook de oude positie aangeduid worden. LET OP! linkerzijde, gezien vanaf voorzijde, worden bevestigingsschroeven ook de bladveren van de aanslag vastgehouden! Deze moeten in dezelfde positie worden aangebracht! Controleer de zelfklevende Teflondoek op de aanvoerplaat.
11.2.0 Machine demonteren voor onderhoud, reparatie en reiniging Let op! Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u met deze werkzaamheden begint! Verwijder de labeltape uit de MINILOGIC en demonteer de rolhouder. Leg de printer op zijn rug. Hiervoor dienen de vier rubberen voetjes.
Controleer of de aardingskabel op de juiste wijze is bevestigd! 11.3.0 Tape-invoer Uw MINILOGIC kan worden uitgerust met een tapegeleider voor labeltape met een breedte van 50, 60, 82 of 89 mm. Bij 82 en 89 mm kan het apparaat ook geschikt worden gemaakt voor gebruik met een fotosensor.
11.4.0 Aandrukrol Wanneer de machine al een tijdje in gebruik is, kan het gebeuren dat de labeltape onregelmatig wordt aangevoerd. De oorzaken zijn tweeledig: De gecoate zijde van de labeltape kan resten hebben achtergelaten. Los dit probleem op door de rol schoon te maken met alcohol. De rubberrol is hard geworden en daardoor helemaal glad.
Gebruik een pincet om het gatenmasker in opwaartse richting uit de tegenrail te verwijderen. Breng het masker eerst een beetje naar voren om de plaat aan beide zijden los te maken. Let erop dat het nieuwe of schoongemaakte gatenmasker ook weer op dezelfde wijze moet worden vastgezet! De tegenrail van het inktlint is ook eenvoudig te demonteren.
Bij een normale printer wordt de printkop daarmee ingesteld op één vel papier (dunner) of op meerdere lagen papier (dikker). Bij de MINILOGIC wordt deze hendel gewoon gebruikt om de printkop dichter bij de labeltape te brengen, afhankelijk van de slijtage van het inktlint.
Basisafstelling fabriekswaarden. De nominale afstand moet 0,38 mm ± 0,002 mm bedragen. Een voelmaatje van 0,36 moet nog gemakkelijk tussen de printkop en de rol gebracht kunnen worden, een voelmaat van 0,40 niet. Bij het controleren of afstellen moet u de voelmaat voorzichtig tussen de kop en de rol schuiven.
Doe hetzelfde aan de rechterzijde, 10 mm van het uiteinde. Controleer nogmaals de linkerzijde. Indien niet correct, nogmaals afstellen. Wanneer alle afstellingen gedaan zijn, moet u de printkop demonteren, het gatenmasker in de tegenrail plaatsen en de printkop opnieuw aanbrengen. 11.7.0 Zekeringen vervangen Ingangszekeringen De hoofdzekeringen:...
11.8.1 Sensoren schoonmaken Als de sensoren niet meer goed werken, moeten ze schoongemaakt worden met een zachte borstel, net als de leeskoppen van de fotosensorbesturing. Dit kan ook gedaan worden als voorzorgsmaatregel. Het gaat hier om: END OF TAPE-schakeling Deze sensor heeft de vorm van een gevorkte lichtbarrière en wordt van linksboven in de betreffende tapegeleider geschoven.
11.9.0 Oliën en vetten Het is belangrijk om de as van de printwagen regelmatig te smeren. Voor het smeren eerst alle resten en oude olie verwijderen met een pluisvrije doek. Alleen smeermiddelen zonder hars gebruiken (Launa-olie). Spaarzaam aanbrengen. Afhankelijk van het gebruik en de verontreiniging moet dit om de drie of zes maanden gedaan worden.
Foutmeldingen en lokalisering van storingen 12.1.0 Weergave van storingen op het display 1. LED (groen) van schakelaar gaat niet aan de stroom is verbroken de printer staat uit de zekering is kapot 2. De gaat niet aan staat te hoog 3.
“aan” LED brandt niet printer werkt nier maar 1. geen verbinding tussen check groene LED brandt de PC en de Minilogic 2. de voorklep van de sluit de klep Minilogic is open 3. de printwagen zit vast check 4.
Pagina 78
storing mogelijke oorzaak oplossing etiketten zijn te kort of te doorvoer voorwaarts stel de correcte waarden in lang verkeerd ingesteld zie blz. 16/17 drukwerk is vaag 1. inktlint is versleten of vervang inktlint geblokkeerd 2. print hendel is niet juist stel correct in zie blz.
Pagina 79
storing mogelijke oorzaak oplossing mes snijdt niet 1. bedrading naar het check electronica kastje is los 2. programma is onjuist check <F9> ingesteld mes gaat niet of niet 3. tape zit vast in snij- Zet de machine UIT, knip genoeg open mechanisme.
Pagina 80
storing mogelijke oorzaak oplossing voorbedrukt band etiketten worden niet 1. schakelaar staat niet stel schakelaar goed in blz gesneden goed ingesteld 2. gevoeligheid van de pas aan aan de bandsoort, fotosensor niet juist blz. 40 afgesteld labels op de verkeerde 1.
BIJLAGE A Explosietekeningen - onderdelenlijsten 1.1.0 A Behuizing met bedieningspaneel 1.1.1 B MINILOGIC - inwendige onderdelen 1.1.2 C Fotosensor voor tapebreedte 82 mm 1.1.3 D Fotosensor voor tapebreedte 89 mm 1.1.4 E Tapegeleider voor labeltape 82 mm 1.1.5 F Tapegeleider voor labeltape 89 mm 1.1.6 G...