3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAM. WIJZIGEN?
Indien u de eerder ingestelde verzending wilt
annuleren, drukt u op de toetsen |/}. Op het display
verschijnt het bericht "INSTELL. WISSEN?".
4. Om het wissen te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel zal automatisch naar de standby-modus
terugkeren.
Indien u het tijdstip waarop of het nummer waarnaar het
document verzonden moet worden, wilt wijzigen, gaat
u als volgt te werk:
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
U kunt de weergegeven tijd met de nieuwe tijd
overschrijven.
6. Druk hiervoor op de toetsen:
-
Bevestig de invoer of de reeds voorhanden tijd.
7. Druk hiervoor op de toets:
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
8. Als u de actuele tijd wilt instellen, drukt u op de toets:
9. Om met de volgende stappen voort te doen, druk dan
op de toets:
U kunt het weergegeven nummer met het nieuwe
nummer overschrijven.
10. Druk hiervoor op de toetsen:
-
Bevestig de invoer of het reeds weergegeven nummer.
11. Druk hiervoor op de toets:
Op het display verschijnt:
AUTOMAT.
VERZ OM: 18:00
E
EN DOCUMENT AAN MEERDERE CORRESPONDENTEN
VERZENDEN
Het faxtoestel is uitgerust met een geheugen waaruit u een
document (ook op een vooraf ingesteld tijdstip: uitgestelde
verzending) naar verschillende correspondenten kunt
zenden (max. 10): "circulaire". Zie hieronder "Een document
uit het geheugen verzenden".
16:50
00
E
EN DOCUMENT UIT HET GEHEUGEN VERZENDEN
1. Plaats het document in de ADF.
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het
contrast: "NORMAL".
De uitgangswaarde met betrekking tot de resolutie (ook
als deze niet op het display wordt weergegeven) is:
"
" (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie
aan zoals hierboven beschreven.
2. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
TX UIT GEHEUGEN
3. Druk op de toets:
Het faxtoestel begint het document in het geheugen op
te slaan. Na het opslaan wordt op het display gedurende
enkele seconden de melding "DOC.N. XXXX"
weergegeven.
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Voer het gewenste tijdstip in, bijvoorbeeld "16:50".
4. Druk hiervoor op de toetsen:
-
Bevestig de invoer of de actuele tijd.
5. Druk hiervoor op de toets:
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
Vorm het nummer van de correspondent volgens een
van de beschikbare methodes: direct op het toetsenbord
of via de one-touch-toetsen of snelkiesmethode (zie
verderop "One-touch-toetsen en snelkiescodes
programmeren").
6. Druk hiervoor op de toetsen:
-
7. Druk op de toets:
Daarna zal het faxtoestel u vragen een ander nummer
in te voeren:
VORM NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
Indien u het document naar verscheidene
correspondenten wilt zenden, herhaalt u de twee
stappen zo vaak als nodig is.
8. Om de procedure te beëindigen, drukt u daarna op de
toets:
1 7