B
ASISFUNCTIES VOOR VERZENDEN EN ONTVANGEN
Nu uw faxtoestel een naam en een nummer heeft, is het klaar
om:
•
documenten te verzenden (ook uitgesteld, vanuit het geheugen
of via de pollingmethode);
•
documenten te ontvangen (ook via de pollingmethode);
•
telefoonoproepen uit te voeren (zie het hoofdstuk "Het
faxtoestel als een telefoon gebruiken");
•
documenten te kopiëren (zie het hoofdstuk "Het faxtoestel
als een kopieerapparaat gebruiken").
V
ERZENDEN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Afmetingen
•
Breedte
min. 148 mm - max. 216 mm
•
Lengte
min. 216 mm - max. 600 mm
D i k t e
80 g/m
2
(max. 20 vel)
60 - 90 g/m
2
(max. 10 vel)
50 - 140 g/m
2
(1 vel tegelijk)
G
EBRUIK NOOIT
•
Opgerold papier
•
Flinterdun papier
•
Gescheurd papier
•
Nat of vochtig papier
•
Kleine stukjes papier
•
Verkreukeld papier
•
Carbonpapier
Ter voorkoming van schade die het faxtoestel buiten werking
zou kunnen stellen en de garantie te niet zou kunnen doen,
moet u ervoor zorgen dat de documenten die u wilt gebruiken
vrij zijn van:
•
nietjes
•
paperclips
•
plakband
•
natte Tipp-Ex of lijm.
In al deze gevallen moet u het document eerst kopiëren en
vervolgens de kopie verzenden.
1 4
D
OCUMENTEN IN DE ADF STEKEN
1. Steek de steun voor de documenten in de daarvoor bestemde
opening.
2. Duw de steun er helemaal in.
Attentie:
U mag het document niet aandrukken.
3. Plaats het document met de te verzenden zijde naar boven in
(automatische invoer voor originele documenten).
D e o n d e r s t e r a n d v a n h e t d o c u m e n t w o r d t i n d e A D F
ingevoerd en op de bovenste regel van het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
en op de onderste regel de uitgangswaarde voor het contrast:
"NORMAL".
A
FSTELLEN VAN CONTRAST EN RESOLUTIE
Voor het verzenden van een document kunt u enkele
afstellingen maken om de afdrukkwaliteit te
optimaliseren.
O
M HET CONTRAST TE REGELEN
1. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
4. Druk op de toets
tot op het display verschijnt:
CONTRAST:NORM.
5. Druk op de toets
/
tot de andere mogelijke waarden weergegeven
worden: "DONKER" en "LICHT".
6. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets: