Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
1. Bevestigingsschroeven van de
bovenplaten A losmaken en de pla-
ten verwijderen.
2. Isolatie van de warmtewisselaarmo-
dule zo ver openen dat de verbin-
dingsflens C vrij ligt.
3. Verbindingsflens C, dompelhuls
B en alle verbindingen aan de ver-
warmingszijde op dichtheid controle-
ren.
Veiligheidsinrichtingen op werking controleren
Veiligheidskleppen, waterniveau- en
drukbegrenzer volgens de gegevens
van de fabrikant controleren.
Expansievat en installatiedruk controleren
Opmerking
Gegevens van de fabrikant van het
expansievat in acht nemen.
Bij koude installatie controleren.
16
(vervolg)
4. Isolatie van de warmtewisselaarmo-
dule sluiten.
5. Bovenplaten erop leggen en met
schroeven bevestigen.
Opmerking
De pakkingen kunnen bij de werking met
volledige belasting met een dauwspiegel
worden gecontroleerd. Indien nodig, iso-
latieonderdelen demonteren.
Expansievat
1. De installatie zo ver ledigen of de
montageklep van het expansievat
sluiten en de druk zo ver aflaten dat
de manometer op "0" staat.
Opmerking
De voordruk van het expansievat (p
bestaat uit de statische druk (p
de installatie (komt overeen met de
statische hoogte) en een toeslag (p
= p
+ toeslag).
St
De toeslag hangt af van de instelling
van de veiligheidstemperatuurbe-
grenzer.
Deze bedraagt bij de instelling van de
veiligheidstemperatuurbegrenzer op
100 °C: 0,2 bar (20kPa)
110 °C: 0,7 bar (70 kPa)
)
0
) van
St
0