Bediening
Toegewezen vermogensstanden
Afhankelijk van de ingestelde vermo-
gensstanden op het kookvlak wordt de
dampkap op een van de vier ventilatie-
standen gezet.
De waarden gelden voor kookvlakken
met drie, vier, vijf en zes kookzones.
Kookvlakken met kookzones met 9
vermogensstanden
^ Ventilatiestand "1":
Minstens één kookzone "1" ingescha-
keld, ten minste op vermogensstand
"1".
^ Ventilatiestand "2":
Som van de vermogensstanden van
alle ingeschakelde kookzones = min-
stens 4,
waarbij 1 kookzone ten minste op
vermogensstand "4" staat.
^ Ventilatiestand "3":
Som van de vermogensstanden van
alle ingeschakelde kookzones = min-
stens 15 (17),
waarbij 1 kookzone ten minste op
vermogensstand "6" staat.
^ Intensieve stand:
Som van de vermogensstanden van
alle ingeschakelde kookzones = min-
stens 25,
waarbij 1 kookzone ten minste op
vermogensstand "9" of de
boosterstand staat.
(De afwijkende waarde tussen haakjes
geldt voor HiLight-kookvlakken.)
18
Voorbeelden voor de ventilatiestanden "1"
tot "4"
Kookvlakken met kookzones met 12
vermogensstanden
^ Ventilatiestand "1":
Minstens één kookzone "1" ingescha-
keld, ten minste op vermogensstand
"1".
^ Ventilatiestand "2":
Som van de vermogensstanden van
alle ingeschakelde kookzones = min-
stens 5, waarbij 1 kookzone ten min-
ste op vermogensstand "5" staat.
^ Ventilatiestand "3":
Som van de vermogensstanden van
alle ingeschakelde kookzones = min-
stens 20 (23), waarbij 1 kookzone ten
minste op vermogensstand "8" staat.
^ Intensieve stand:
Som van de vermogensstanden van
alle ingeschakelde kookzones = min-
stens 32, waarbij 1 kookzone ten min-
ste op vermogensstand "12" of de
boosterstand staat.
(De afwijkende waarde tussen haakjes
geldt voor HiLight-kookvlakken.)