Na het koken
^ Wanneer u alle kookzones uitscha-
kelt, wordt de dampkap pas even la-
ter ook uitgeschakeld. Op die manier
wordt de lucht in de keuken van over-
gebleven dampen en geurtjes
gezuiverd.
– Als de ventilator op de intensieve
stand staat, wordt deze direct op
stand "3" gezet.
– Staat de ventilator op stand "3", dan
wordt deze na ca. 1 minuut op stand
"2" gezet.
– Als de ventilator op stand "2" staat,
wordt deze na 2 minuten op stand "1"
gezet.
– Na 2 minuten op stand "1" wordt de
ventilator uitgeschakeld.
– Dertig seconden later wordt de ver-
lichting uitgeschakeld.
Toestel uit de automatische modus
halen
^ Wilt u de dampkap voor een berei-
ding handmatig bedienen, dan scha-
kelt u de ventilator van de dampkap
in vóórdat u het kookvlak inschakelt.
^ Bent u aan het koken en wilt u het
toestel uit de automatische modus
halen, dan kunt u dit doen door
– de ventilator handmatig op een an-
dere ventilatiestand te zetten.
– de dampkap handmatig uit te scha-
kelen.
– de nawerkfunctie "" van de
dampkap te activeren.
Na afloop van de ingestelde
nawerktijd wordt de ventilator uitge-
schakeld.
De verlichting blijft ingeschakeld.
Terwijl de automatische modus gede-
activeerd is, kunt u alle functies van de
dampkap handmatig bedienen (zie "Ko-
ken in de handmatige modus").
Terugkeer naar de automatische
modus
^ De dampkap schakelt weer over naar
de automatische modus wanneer
– u de dampkap ca. 2 minuten niet be-
dient nadat u de dampkap handma-
tig op een bepaalde ventilatiestand
hebt gezet.
– de door u ingestelde ventilatiestand
overeenkomt met de stand die door
de automatische modus zou worden
ingesteld.
– de ventilator van de dampkap en het
kookvlak minstens 20 seconden uit-
geschakeld zijn.
De volgende keer dat u het kookvlak
inschakelt, start het toestel weer in
de automatische modus.
Bediening
17