Basishandelingen
Aanpassen van de positie van het geprojecteerde beeld (Aanpassing lensverschuiving)
Als de projector niet direct recht voor het scherm kan worden geïnstalleerd, kunt u de beeldpositie
gemakkelijk bijregelen door middel van lensverschuiving.
a
Druk driemaal op de
Lensversch. aanp. wordt weergegeven op het scherm.
b
Gebruik de
U kunt de afbeelding verplaatsen binnen het aangegeven bereik, aangegeven door de stippellijn in
het volgende figuur.
c
Houd de
om het beeld horizontaal en verticaal terug
te plaatsen in de centrale positie. De positie
waar het beeld stopt is het centrum.
c
Druk op de
c
Als het volgende bericht wordt weergegeven als u verandert naar Lensversch. aanp., zal met
de
Wanneer Voor/bovenkant of Achter/boven ingesteld is voor Projectie, selecteert u
Omgekeerd.
Let op
•
Bij verplaatsing van de projector zet u de lenspositie in het centrum. Als u de projector verplaatst wanneer
de lens zich niet in de centrale positie bevindt, kan het lensverschuivingsmechanisme worden beschadigd.
•
Steek uw vinger niet in de bewegende delen van de projectorlens. Anders kunt u letsel oplopen.
c
Wanneer u de projector niet recht voor het scherm kunt plaatsen, raden wij u aan om de
projectiepositie bij te regelen met lensverschuiving.
knop op de afstandsbediening.
knoppen om de positie van het beeld aan te passen.
knoppen vast
knop om de aanpassing te voltooien.
knoppen het beeld in tegengestelde richting bewegen.
Uitgebreid - Projectie
s
pag.87
30