Indien de LED's voor Storing en Storing in zone 1 oplichten, is er waarschijnlijk
een probleem met de aansluiting. Controleer de polariteit van de verbinding,
de aansluiting op de sokkel en de plaatsing van de detector op de sokkel.
Controleer de polariteit van de aansluiting van de EOL-module op de zone.
• Activeer alle melders die aan deze zone zijn aangesloten, om de correcte werking te
controleren en het paneel correct functioneert.
• Herhaal deze verbindingsprocedure voor alle zones in de aangegeven volgorde.
Schakel alle voedingstypes vooraf uit.
• Controleer de aanwezigheid van EOL-modules op het einde van elke zone. Op de niet
gebruikte zones wordt de EOL-module direct op de zoneklem geplaatst.
!
Nadat de zones aangesloten zijn, verbind elk van de netwerken met
externe apparaten en test. Doe dat voordat u de sirenelijnen verbindt.
5. De sirenelus aansluiten
• Verwijder de voedingsspanning en ontkoppel de batterijklemmen.
• Verwijder de EОL-weerstand van de klemmenstrook voor de eerste sirenelus (SND1)
en plaats deze in de laatste sirene van het eerste netwerk:
• Controleer de sirenelus op juiste aansluiting.
• Sluit sirenelus 1 aan op de klemmenstrook aan.
• Sluit het paneel op de voedingspanning en sluit de accu aan.
• Druk de knop "RESET".
Het paneel moet in het Normale bedrijf zijn.
• Activeer de handbrandmelder of detector in een zone. De sirenes moeten gaan luiden.
Druk de knop "RESET". Herhaal de procedure ook voor het tweede sirenenetwerk als
boven beschreven. Alle voedingstypes moeten vooraf uitgeschakeld zijn.
Indien de LED's voor Sirene 1 en Sirene 2 op het frontpaneel oplichten, is
er een probleem met de aansluiting van de sirenes. Controleer de polariteit
bij de aansluiting van elk apparaat, bij de verbinding van de klemrij met het
paneel en of er een aardingsfout is.
6. Aansluiting van de relais FAULT (FOUT) en FIRE (BRAND)
De relais met potentiaalvrije contacten zijn bestemd voor de bediening van laagvoltage
apparaten. Attentie: Geen netspanning aan de klemmen van de relais FAULT en
FIRE geven. Na aansluiting elk netwerk voor bediening van externe apparaten
testen.
Brandmeldcentrale ERACLE2/4 - Installatie- en gebruikershandleiding
9