3. De panelen ERACLE 2 en ERACLE 4 testen
!
Attentie: Voordat u de centrale test, moet u de kabels van het gehele
systeem testen.
• Schakel de netspanning in.
• Sluit de batterijklemmen aan de voedingsblok in het paneel en respecteer de
polariteit.
• De interne zoemer moet luiden en alle indicaties oplichten. Druk de knop "RESET".
In het normale bedrijf licht alleen de LED "NETSPANNING" op.
Opmerking: Onmiddellijk na het aansluiten van de batterij kan de LED "Batterij laag"
oplichten indien de batterij nieuw of niet genoeg is opgeladen. De indicator zal oplichten
totdat de batterij het nodige energieniveau bereikt.
Indien andere LED's oplichten en de zoemer geactiveerd is, controleer de
veiligheidszekerheden en of alle elektrische aansluitingen intact zijn. Door
de tabel op pagina 5 kunt u de storing bepalen in afhankelijkheid van de
geactiveerde LED's. Door het verbindingsschema op de binnenkant van het
deksel kunt u de functies van de LED's vaststellen.
ATTENTIE: Verkort de batterijklemmen niet omdat u de interne
!
bescherming kan beschadigen waardoor het systeem zal stoppen met
werken!
Indien zich een storing voordoet die u niet kunt oplossen, contacteert u best uw
installateur of de technische support!
4. Aansluiting van de zones
• Verwijder de voedingsspanning en batterij.
• Verwijder de EОL-module van de zoneklem van zone 1 en plaats de module op de
laatste detector van de zone, waarbij u de polariteit houdt.
• Verbind de eerste lussen van rookmelders en handbrandmelders op de klemmenstrook
(Zone) op het paneel:
ATTENTIE: Plaats geen detectoren en handmelders op dezelfde zone!
• Controleer of alle detectoren correct op hun sokkels geplaatst zijn.
• Sluit de netspanning en de accu aan.
• Druk de knop "RESET", om de configuratie toe te passen.
Het paneel moet in het Normale bedrijf zijn.
8
CP1
Brandmeldcentrale ERACLE2/4 - Installatie- en gebruikershandleiding
D2
CP2
CPN