9. Technische gegevens van ERACLE 2 en ERACLE 4
Zones:
• ERACLE 2 - 2 gefixeerde zones
• ERACLE 4 - 4 gefixeerde zones
Maximaal aantal melders per zone:
• tot 32 Comelit conventionele melders en maximaal 32 handbrandmelders;
• plaats nooit detectoren en handmelders op dezelfde zone.
Grenzen van de zones:
• 0 ÷ 2 mA - Storing in de lijn (kabelbreuk).
• 2 ÷ 10 mA - Normaal bedrijf
• 10 ÷ 110 mA - Alarm.
• 110 mА - Kortsluiting.
Voeding:
• Netspanning: 230 V AC ±10%; 0.315A veiligheidszekering
• Accu: 1 x 12V / 7Ah; 2A veiligheidszekering
• Interne weerstand van de accu: Ri< 1.6Ω
Max. voeding voor externe apparaten bij max. geladen accu:
• 0.7 A
Stroomverbruik van accu's bij netwerkspanning fout:
• 50 mA
Uitgangen:
• Netwerkspanning voor Sirenes 1: 24V / 0.3A; 0.3A veiligheidszekering (PTC)
• Netwerkspanning voor Sirenes 2: 24V / 0.3A; 0.3A veiligheidszekering (PTC)
• Relais storingen (Fault), potentiaalvrije contacten*: 3A @ 120V AC; 3A @ 60V DC
• Relais brand (Fire), potentiaalvrije contacten*: 3A @ 120V AC; 3A @ 60V DC
*
Opmerking: Deze functie mag niet worden gebruikt bij vereisten van "Opties en vereisten" als
bepaald in EN 54-2.
Uitgangen voor externe apparaten (AUX):
• 24V DC, 0.3A veiligheidszekering (PTC)
Kabels:
• Max. diameter 2.5mm
Omgeving:
• Bedrijfstemperatuur: -5 tot 40°C
• Opslagtemperatuur: -20 tot 60°C
• Vochtigheid: 0 tot 95%
Temperatuursensor:
Met de temperatuursensor wordt de temperatuur van de accu gemeten. De
sensor is op het einde van de kabelader geïnstalleerd die standaard op de uitgang
"Temperatuursensor" van de hoofdprintplaat is aangesloten.
De temperatuursensor moet achter of onder de accu worden geplaatst.
12
Brandmeldcentrale ERACLE2/4 - Installatie- en gebruikershandleiding