11
12
7
6
Figuur 12.2.l
54
Warmtewisselaar
-
Controleer de warmtewisselaar op vervuiling. Reinig deze,
indien nodig, met een zachte borstel en een stofzuiger.
Voorkom dat eventuele vervuiling naar beneden valt.
Het van bovenaf doorspoelen, met water door de
wisselaar, is niet toegestaan.
Montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Figuur 12.2.j
Let tijdens montage op het juist positioneren van de
knevelstangen. Deze dienen verticaal te staan.
Ontstekingselektrode
Het vervangen van de ontstekingselektrode is noodzakelijk als
de pennen versleten zijn.
Als het kijkglas beschadigd is moet de gehele
8
ontstekingselektrode vervangen worden.
Vervanging gaat als volgt:
-
Neem de stekkerverbindingen op de ontstekingelektrode
weg;
-
Druk de clips aan weerszijden van de elektrode naar buiten en
neem de elektrode weg;
5
-
Verwijder en vervang de pakking;
Figuur 12.2.k
Montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Sifon en condensbak (zie fig. 12.2.k t/m n)
-
Draai de inbusbout (5) van de sifon (6) los en trek de sifon uit
de condensbak;
Controleer de sifon op vervuiling. Indien er geen sterke
vervuiling aangetroffen wordt in de sifon is het niet
noodzakelijk de condensbak te demonteren of te reinigen.
Indien de sifonbeker sterke vervuiling vertoont moet ook de
condensbak gereinigd worden;
-
Controleer de O-ringen van de sifonbeker en vervang deze
indien noodzakelijk;
-
Reinig de delen door deze te spoelen met water;
-
Vet de O-ringen opnieuw in met zuurvrij O-ringvet om het
monteren te vergemakkelijken;
-
Indien er lekkage is opgetreden aan de sifon, vervang dan de
complete sifon;
-
Verwijder de stekker van de eventuele aanwezige
rookgassensor;
-
Verwijder de linker (7) en rechter (8) korte knevelstang door
deze met een inbussleutel een kwartslag te draaien. Let
hierbij op de draairichting (rode controlenokjes);
-
Trek nu de knevelstangen naar voren en onder de
condensbak vandaan;
-
Schuif de economizer (11) ongeveer 1 cm naar boven;
UITSLUITEND VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR