Bij het verwijderen van de kunststof afdichtdoppen op de leidingen kan vuil
testwater vrijkomen.
De ketel beschikt over een zelfregelend en zelfbeschermend besturingssysteem voor
de belasting. Hierbij wordt het temperatuurverschil tussen het aanvoer- en retourwater
gecontroleerd. Tabel 6.1.a geeft de waterverplaatsing weer die de circulatiepomp kan leveren
bij een bepaalde installatieweerstand.
Pomp type
Waterstroming over toestel
Toelaatbare installatieweerstand
Installatieweerstand
Indien de installatieweerstand hoger is dan de vermelde waarde zal de besturing de belasting
aanpassen totdat een, voor de regeling acceptabel, temperatuurverschil tussen aanvoer- en
retourwater is bereikt.
Wanneer het temperatuurverschil hierna te groot blijft zal de ketel zichzelf uitschakelen en
wachten tot het te grote temperatuurverschil tussen aanvoer en retour weer afgenomen is.
De regeling zal, indien een onacceptabel temperatuurverschil wordt geconstateerd,
herhaaldelijk proberen waterstroming tot stand te brengen. Lukt dit niet, dan zal de ketel
blokkeren (c1 54).
Indien alle, of een groot deel, van de radiatoren voorzien zijn van thermostatische
radiatorkranen, moet een drukverschilregelaar (AVDO) worden toegepast om stromings-
problemen in de installatie te voorkomen. De toegepaste drukverschilregelaar moet dezelfde
diameter hebben als de aansluitdiameter van de aanvoer- en retourleiding van de ketel. De
diameter van de leidingen tussen de ketel en de toegepaste drukverschilregelaar mag niet
verkleind worden. Zie ook Bijlage C.
De ketel is niet voorzien van een ingebouwde filter. Advies: plaats in de
retourleiding een filter om inwendige vervuiling van de ketel te voorkomen.
De ketel is niet geschikt voor installaties die zijn uitgevoerd met "open"
expansievaten.
Toevoegmiddelen aan het water in de installatie zijn slechts toegestaan
na schriftelijke toestemming van ATAG Verwarming. (zie hoofdstuk 6.3
Waterkwaliteit).
l/min
l/h
kPa
mbar
UITSLUITEND VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR
Grundfos UPM2 15-70
E325EC (HP)
20,3
1220
25
250
tabel 6.1.a
23