6.9.1
Dimensionering afvoerkanaal / toevoerkanaal
De diameter wordt bepaald door de totale lengte, inclusief aansluitpijp, en het verloop van
het rookkanaal (zoals bij inmeten is vastgesteld) en het type ketel. Een te kleine diameter kan
leiden tot storing. Zie tabel 6.9.1.a voor keuze van het systeem met de juiste diameter. De
tabel toont de maximale afvoerlengte bij verschillende ketelvermogens.
Toelichting op tabel 6.9.1.a:
Tweepijps afvoersysteem:
Concentrisch afvoersysteem:
Bij toepassing van bochten moet de opgegeven waarde achter elke bocht van de maximale
rechte lengte afgetrokken worden (zie voorbeeld).
Dimensionering van de rookgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Type
Diameter parallel 80/80 (standaard uitvoering)
Rechte lengte (A)
Weerstand 45°
Weerstand 87°
Diameter concentrisch 80/125*
Rechte lengte (B)
Weerstand 45°
Weerstand 87°
* mogelijk met concentrische adapter 80/125: AA1CA05U
maximale opgegeven lengte = afstand tussen
maximale opgegeven lengte = afstand tussen
UITSLUITEND VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR
ketel en dakdoorvoer A.
ketel en dakdoorvoer B.
m
m
m
m
m
m
E325EC HP
18
-0,9
-1,4
13
-1,9
-3
Tabel 6.9.1.a
Voorbeeld:
Een E325EC met een
concentrisch afvoersysteem
ø80/125mm heeft volgens de
tabel een maximale rechte
afvoerlengte van 13m.
In het toe te passen systeem
moeten 2x een 45° bocht
opgenomen worden.
De maximale afvoerlengte
wordt dan:
13 - 2x1,9 = 9,2m.
35