Alarmrelais uitgang 1 en 2
De AlphaVision ML beschikt over twee potentiaal vrije alarmrelais uitgangen (AL1 en AL2). Met behulp van
de dipswitches (J5 en J18) kan gekozen worden of de uitgang N.O. (normally open) of N.C. (normally closed)
is. Wanneer de dipswitch in de linker positie staat dan is de aansturing N.O. en in de rechter positie is de
aansturing N.C.
De alarmrelais uitgangen kunnen aangestuurd worden voor de volgende situaties:
•
Alarm (geen brand !)
•
OK indicatie (alle zones in rust)
•
Buzzer sectie 1 t/m 8 (inloop- en uitloopvertraging)
•
Gedeeltelijk (bij gedeeltelijke inschakeling)
•
Volledig (bij volledige inschakeling)
•
Brandreset (resetten van bekabelde brandmelders)
•
Trigger output (uitgang via een Pincode, keyfob of (mobiele) telefoon activeren)
•
Sectie 1 t/m 8 (indicatie dat sectie is ingeschakeld of niet)
•
Alarm sectie 1 t/m 8 (alarm per sectie)
•
Brand (geen alarm !)
•
Teststand (wordt aangestuurd zodra de Looptest functie wordt uitgevoerd)
•
Volg ingang 1-100
•
Deurbel
•
Alarm + Brand
Uitgang 1 en 2 op de AlphaVision ML centrale zijn direct gekoppeld aan Uitgang 1 en 2 van
uitbreidingsmodules. Indien Alarmrelais uitgang 1 van de AlphaVision ML wordt geactiveerd bij 'Alarm' dan
zal ook Uitgang 1 van alle aangesloten uitbreidingsmodules gelijktijdig geactiveerd worden bij een alarm.
De optie 'Trigger output' is bedoeld om een uitgang kortstondig (ongeveer 3 seconden) te activeren of als
vaste stand schakeling middels een Pincode van niveau 1 (vanaf software V3.00), een keyfob of middels een
(mobiele) telefoon op afstand. Voor uitleg hierover zie 'Trigger uitgang activeren middels een Pincode,
keyfob of (mobiele) telefoon'.
De optie 'Teststand' is bedoeld om de looptest LED's van aangesloten bekabelde detectoren aan te zetten
tijdens een looptest functie. Deze optie is beschikbaar vanaf software V3.00 en hoger.
De optie 'Volg ingang 1-44' is bedoeld om een uitgang rechtstreeks te koppelen aan een ingang. De status
van de uitgang loopt synchroon met de status van de ingang. Deze functie kan handig zijn om direct
signalering te geven wanneer een ingang wordt geopend/geactiveerd.
De optie 'Deurbel' is bedoeld om een uitgang te activeren indien een zone die als kenmerk 'Deurbel' heeft
te activeren indien het systeem is uitgeschakeld. De aansturingtijd is een vaste tijd an ongeveer 3 seconden.
De aansturingtijd van de alarm relaisuitgang is te programmeren in het installatiemenu "TIJDEN",
programmeeroptie "Uitgang 1 en 2". De ingestelde aansturingtijd is alleen van toepassing bij de keuze
"Alarm". Alle overige opties zijn speciale functies en hebben een specifieke aansturingstrijd afhankelijk van
de gekozen optie. Een alarm uitgang kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een externe flitser of sirene aan
te sturen. Indien de uitgang als 'alarm' is geprogrammeerd en een 'brandalarm' optreedt, dan zal er geen
verschil zijn in aansturing. Zorg dat aparte slow-whoop sirenes worden aangesloten voor brandalarm!
Installateurshandleiding AlphaVision ML
Rev. 5.00
01-04-2018
80