De AlphaVision IO MODULE+ print is voorzien van een aantal halfgeleider zekeringen (en één
draadzekering in de rode accudraad).
De halfgeleider zekeringen worden hoog-ohmig zodra de stroom die er door loopt de grenswaarde
overschrijdt. Neemt deze stroom weer af, dan zal de zekering weer laag-ohmig worden en zichzelf
automatisch herstellen. Er is geen optische indicatie of de zekering actief is of niet. Met een
spanningsmeter is te meten of een zekering actief is doordat er over een actieve zekering een spanning
gemeten kan worden. Is de spanning groter dan 1VDC dan is de zekering geactiveerd.
F1:
750mA (zelfherstellend) beveiligt de 3 uitgaande +12V aansluitingen.
F2:
750mA (zelfherstellend) beveiligt de LS uitgang.
F3:
750mA (zelfherstellend) beveiligt de +12V aansluiting van de uitgaande RS-485 bus.
F4:
500mA (zelfherstellend) beveiligt de interne +3V3 spanningsvoorziening.
F5:
200mA (zelfherstellend) beveiligt de OC2 uitgang (NPS uitvoering)
F6:
200mA (zelfherstellend) beveiligt de OC1 uitgang (NPS uitvoering)
F7:
200mA (zelfherstellend) beveiligt de OC3 uitgang (NPS uitvoering)
F8:
200mA (zelfherstellend) beveiligt de OC4 uitgang (NPS uitvoering)
F9:
500mA (zelfherstellend) beveiligt de Siren uitgang.
De Open collector uitgangen OC3 en OC4 zijn voorzien van een polyswitch van 200mA. Bij de NPS
uitvoering zijn de Open collector uitgangen OC1 t/m OC4 zijn voorzien van een polyswitch van 200mA
Aansluiten van een AlphaVision IO+ module exclusief voeding in kast
De AlphaVision IO+ MODULE (excl. PSU) communiceert met de centrale en wordt gevoed middels de RS-
485 bus. Hiervoor worden de RS-485 (INPUT en OUTPUT) klemmen voor zowel de datacommunicatie (A en
B) als de voeding (+12V en 0V) gebruikt.
Stel de AlphaVision IO+ MODULE in op het eerste vrije adres. Houd daarbij rekening met de reeds in
gebruik zijnde adressen. Controleer dit eventueel door de programmering met AlphaTool op te halen en de
toegewezen adressen te controleren bij tabblad "Uitbreidingen". Draai daartoe de zogenaamde "rotary
switch" in de juiste positie (1 t/m F, waarbij A=10, B=11, C=12, D=13, E=14 en F=15). Sluit de IO+ MODULE
pas aan, nadat de adres instelling met de "rotary switch" gedaan is. Start de AlphaVision ML op, nadat alle
modules geïnstalleerd zijn en haal daarna met AlphaTool de volledige programmering op.
Het controleren van de adresinstelling in het systeemoverzicht is gelijk aan bovenstaand voorbeeld van de
AlphaVision IO+ module (incl. PSU).
De AlphaVision IO+ MODULE (excl. PSU) heeft standaard 8 bekabelde ingangen en is met behulp van één 8-
ingang expansieprint uit te breiden tot maximaal 16 ingangen. De expansieprint wordt bovenop de
AlphaVision IO+ MODULE gemonteerd.
De AlphaVision IO+ MODULE (excl. PSU) heeft 4 open collector uitgangen (max. 200mA per uitgang) en
GEEN luidspreker uitgang of Siren uitgang !. Het aantal uitgangen kan NIET uitgebreid worden !.