Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingangen Met Eol En Anti-Masking (Am); Uitgangen Aansluiten Op De Alphavision Ml Centrale; Relais Uitgang; Open Collector Uitgangen - AlphaVision ML Handleiding Voor De Installateur

Inhoudsopgave

Advertenties

Ingangen met EOL en anti-masking (AM)

De 39k weerstand, die voorheen gebruikt werd (maar niet
verplicht) voor sabotage, kan vanaf software V3.00 in de
AlphaVision ML ingezet worden voor maskeer-signalering
(meestal "anti-masking" genoemd). Maskeer signalering is
per zone instelbaar en wordt ingesteld door de zone kenmerk
van de desbetreffende zone in te stellen als type "EOL NC
Antimasking" of "EOL NO Antimasking". Zorg ervoor, dat de
39k weerstand over het maskeercontact in de detector wordt
geplaatst. Is de detector in rust dan is de rustweerstand van
de ingang 1k8. Detecteert de detector een maskering
(=afdekking, er treedt dus anti-masking alarm op) dan moet de
lustweerstand 1k8 + 39k = 40k8 worden. Wordt tegelijkertijd
ook het alarmcontact door de detector geactiveerd, dan wordt
de lusweerstand 1k8 + 10k + 39k = 50k8.
►!
Vanaf firmware versie 3.20 worden verschillende EOL weerstandsconfiguraties ondersteund !

Uitgangen aansluiten op de AlphaVision ML centrale

De AlphaVision ML centrale is voorzien van 4 uitgangen. Hiervan zijn uitgangen 1 en 2 (AL en C) uitgevoerd
als potentiaalvrij relais contact (Max. 30VDC/750mA), uitgangen 3 en 4 (OC3 en OC4) zijn van het type
Open Collector (Max. 200mA).

Relais uitgang

De potentiaal vrije relaiscontacten (Output 1 en 2) kunnen van het type normally open (N.O.) of normally
closed (N.C.) zijn, dit is afhankelijk van de dipswitch instelling J8 en J15. Indien wordt gekozen voor
normally open (N.O.) dan zal in rust geen verbinding zijn tussen het AL en C contact van de desbetreffende
uitgang. Indien de AlphaVision ML in alarm komt dan zal het contact sluiten en een verbinding maken
tussen het AL en C contact.

Open Collector uitgangen

Uitgangen (output) 3 en 4 zijn open collector (O.C.) uitgangen, beide kunnen maximaal belast worden met
200mA. De Open Collector uitgang moet gezien worden als een transistorschakelaar, waarbij de uitgang in
geactiveerde toestand naar de 0V getrokken wordt. In gedeactiveerde toestand is de uitgang hoog-ohmig.
Wanneer de O.C. uitgang een LED aanstuurt, moet een stroombegrenzingsweerstand in serie met de LED
opgenomen worden. De kathode zijde van de LED wordt aan de O.C. uitgang aangesloten en de anode kant
middels een serieweerstand van bijvoorbeeld 1k2 aan de +12V.
Een Open Collector uitgang kan ook gebruikt worden om een relais aan te sturen. Let er hierbij op dat de
maximale spoelstroom door het relais bij gebruik van OC3 en OC4 niet meer dan 200mA mag zijn. De ene
zijde van de relaisspoel wordt aan uitgang OC3 of OC4 aangesloten en de andere zijde van de relaisspoel
aan de +12V. Tevens wordt aanbevolen om over de relais spoelcontacten een blusdiode van het type
1N4001 in sperrichting te plaatsen. Hierbij wordt dus de kathode (negatief, minstreepje) van de diode aan
de +12V en de anode (positief) aan de OC kant aangesloten.
►!
Vanaf software V2.00 en hoger zal bij een 'sabotage' alarm conform EN regelgeving de relais
uitgangen en o.c. uitgangen alleen geactiveerd worden bij een ingeschakeld systeem. Bij een uitgeschakeld
systeem zal alleen de LS uitgang aangestuurd worden.
ALARM
+ 12V
1K8
10K
INGANG
Detector met EOL + AM weerstanden aansluiten
0V
TAMPER
MASKING
39K
0V

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave