(A)
SUNTEC AL 75 C
RL 28/M
SUNTEC AL 95 C
RL 38 - 50/M
AL 75 C
A
kg/uur
B
bar
10 - 20
C
bar
D
cSt
2 - 12
E
°C
F
bar
G
bar
H
mm
0,150
(B)
(C)
D1239
AL 95 C
74
99
10 - 20
0,45
0,45
2 - 12
60
60
2
2
20
20
0,150
1
2
SERVOMOTOR (A)
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep
11)(B)p.11 en de drukvariator 9) met behulp van
een dubbele nok met variabel profiel, 4) en 7).
De rotatiehoek van de servomotor is 90° in 24 s.
De vier nokken zijn voorafgesteld in de fabriek.
Wijzig deze instelling niet, controleer alleen of
ze afgesteld zijn zoals hieronder aangegeven:
Nok I
Beperkt de rotatie naar het maximum.
Nok II
Beperkt de rotatie naar het minimum.
Wanneer de brander uitgeschakeld is, moet de
luchtklep gesloten zijn: 0°.
D790
Nok III
Regelt de positie van ontsteking en minimum-
vermogen.
Nok IV
OLIEDRUKSCHAKELAAR
De drukschakelaar 14)(B)p.13 wordt in de fa-
briek afgesteld op 3 bar. Als de druk van de
stookolie deze waarde bereikt in de teruglooplei-
ding, legt de drukschakelaar de brander stil.
De brander wordt automatisch weer ingescha-
keld wanneer de druk na de stillegging onder de
waarde van 3 bar daalt.
Als de brander wordt gevoed met een gesloten
circuit met druk Px, moet de drukschakelaar
geregeld worden op Px + 3 bar.
POMP (B)
1 - Aanzuiging
2 - Terugloop
3 - Koppeling manometer
4 - Koppeling vacuümmeter G 1/8"
5 - Drukregelaar
A - Min. debiet bij een druk van 20 bar
B - Werkingsveld in stuwdruk
C - Max. onderdruk bij aanzuiging
D - Brandstofviscositeit
E - Max. temperatuur stookolie
F - Max. druk in aanvoer- en terugloopleiding
G - Afgestelde druk in de fabriek
H - Wijdte filtermaas
AANZUIGING VAN DE POMP
• Zorg er voor, alvorens de brander te star-
• Opdat de pomp zichzelf kan aanzuigen, is het
• Ontsteek de brander door de afstandsbedie-
D791
• Indien er stookolie lekt uit schroef 3) is de
De duur van deze handeling hangt af van de
diameter en de lengte van de aanzuigleiding.
Als de pomp bij een eerste start niet aangezo-
gen wordt en de veiligheidsstop van de brander
in werking treedt, wacht ongeveer 15 sec. Ont-
grendel de brander en herhaal de startfase.
Enzovoort. Na iedere 5-6 ontstekingen dient
men 2-3 minuten te wachten om de transforma-
tor te laten afkoelen.
Opgelet
Deze werkzaamheid is mogelijk omdat de pomp
bij het verlaten van de fabriek gevuld is met
brandstof. Indien de pomp leeg is, vul deze met
brandstof via de vacuümmeteraansluiting alvo-
rens de pomp te starten. Dit om te vermijden dat
de pomp vastloopt.
Vul de leiding met een afzonderlijke pomp indien
de aanzuigleiding langer is dan 20-30 m.
10
: 90°
: 0°
: 15°
: niet gebruikt.
G 1/4"
G 1/4"
G 1/8"
ten, dat de terugloopleiding naar de tank
niet verstopt is. Een verstopping zou de
dichting aan de as van de pomp kunnen
beschadigen.
noodzakelijk om één van de schroeven 3)(B)
van de pomp los te draaien, om de aanzuiglei-
ding te ontluchten.
ningen te sluiten en met de schakelaar 1)(C) in
positie "AAN". Zodra de brander start, de rota-
tierichting van de waaier van de ventilator con-
troleren vanaf het vlamkijkvenster 19)(A)p. 4.
pomp aangezogen. Stop de brander: schake-
laar 1)(C) in positie""OFF" en draai de schroef
3) vast.