EWWQ090G ÷ EWWQ720L - R410A - Watergekoelde
scollcompressor koelapparaten
EWLQ090G ÷ EWLQ720L - R410A - Zonder condensor
EWHQ100G ÷ EWHQ400G - R410A - Warmtepomp
scolcompressor koelapparaten
EWAQ-G 07555 SS - R410A - Luchtgekoelde koelapparaten
EWAQ-G 08070 XS - R410A - Luchtgekoelde koelapparaten
EWYQ-G 07560 XS - R410A - Luchtgekoelde koelapparaten
5.6.3 Ventilatorregeling (alleen A/C)
De ventilatorregeling wordt gebruikt om de condensordruk op een niveau te houden dat de bij elke
omgevingstemperatuur zowel in de koel- als de verwarmingsmodus de beste werking garandeert.
In de koelmodus wordt de ventilatorsnelheid geregeld door een PID-regelaar om de condensordruk
op een stabiele waarde te houden. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kunnen ventilatoren
op volle snelheid mogelijk niet de condensordruk op de instelwaarde behouden. De maximale
snelheid van de ventilator kan lager dan 100% zijn, dit is afhankelijk van de ruisklasse van de
eenheid. In geval een hoge druk-gebeurtenis de maximale ventilatorsnelheid activeert kan deze
gedwongen worden tot volledige snelheid, ook voor geluidsarme eenheden, om hoge druk-
inschakelingen te voorkomen.
In de verwarmingsmodus wordt de ventilatorsnelheid geregeld door een PID-regelaar om de
verdamperdruk op een stabiele waarde te houden. Wanneer de omgevingstemperatuur lager ligt
dan 15,0°C worden de ventilatoren geforeerd om op volle snelheid te draaien, onafhankelijk van de
verdamperdruk, om de werking van het circuit stabiel te houden en ontdooien zoveel mogelijk te
voorkomen. In de verwarmingsmodus kunnen ventilatoren indien nodig volle snelheid bereiken,
ook voor geluidsarme eenheden wordt in dit geval geen limiet toegepast.
5.7 EXV-regeling
Het apparaat is standaard uitgerust met een elektronisch expansieventiel (EXV) per circuit, dat
bewogen wordt door een stappenmotor. De EXV regelt de zuiggasoververhitting om de efficiëntie
van de verdamper te optimaliseren en tegelijkertijd te voorkomen dat vloeistof in de compressor
gezogen wordt.
De controller omvat een PID-algoritme dat de dynamische reactie van de klep regelt teneinde een
bevredigende, snelle en stabiele respons op variaties in systeemparameters te bereiken. PID-
parameters zijn in de controller opgenomen en kunnen niet veranderd worden. De EXV heeft de
volgende bedrijfsmodi:
Vooropenen
Start
Druk
Oververhitting
De hieronder cursief vermelde parameters kunnen ingesteld worden vanuit het menu 4.3.1.3.
Als het circuit moet starten, gaat de EXV in Pre-open met een vaste opening Pre Open %
gedurende een bepaalde tijd Pre Open Time.
Hierna kan de EXV wijzigen naar Startfase, waarin de EXV altijd werkt met een vaste opening
Start % en gedurende een bepaalde tijd Start Tijd. De compressor start synchroon met deze
overgang.
Na het eindigen van de Startfase schakelt de EXV over naar Drukregeling om de verdampingsdruk
dicht bij de drukdoelstelling Max Op Druk te houden.
Gebruiksaanwijzing
60
Lucht- en watergekoelde koelapparaten en
warmtepomp
Gebruiksaanwijzing
EWWQ - EWLQ - EWHQ
EWAQ - EWYQ
Lucht- of watergekoeld scrollcompressor
koelapparaat en warmtepomp
D-EOMHW00107-15NL