Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
640≤x<920
≥920
Voorbeeld:
▪ Stroomafwaartse capaciteit voor E=capaciteitsindex van unit 1
▪ Stroomafwaartse capaciteit voor D=capaciteitsindex van unit
1+capaciteitsindex van unit 2
E: Leidingen tussen koelmiddelaftakset en
binnenunit
De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de binnenunit
moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van de
binnenunit (wanneer de binnenunit een VRV DX-binnenunit of
Hydrobox is).
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
15~50
63~140
200
250
▪ Wanneer de equivalente leidinglengte tussen de buiten- en de
binnenunits
90 m
of
meer
hoofdleidingen
(zowel
gaszijdig
gebruikt. Afhankelijk van de lengte van de leiding kan de
capaciteit afnemen. Maar zelfs in een dergelijk geval moet de
maat van de hoofdleidingen worden vergroot. Meer specificaties
vindt u in de technische data.
b
c
a
d
a
Buitenunit
b
Hoofdleidingen
c
Vergroot bij een equivalente leidinglengte van ≥90 m
d
Eerste koelmiddelaftakkit
e
Binnenunit
Vergroot
HP-klasse
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
Gasleiding
8
19,1 → 22,2
10
22,2 → 25,4
(b)
12+14
28,6
16
28,6 → 31,8
18~22
(b)
24
34,9
26~34
34,9 → 38,1
(b)
36~54
41,3
(a)
Als de maat van de vergroting NIET beschikbaar is, dan
moet u de standaardmaat gebruiken. Andere combinaties
dan hiervoor aangegeven zijn verboden. Maar zelfs bij
gebruik van de standaardmaat mag de equivalente
leidinglengte meer dan 90 m bedragen.
(b)
Een grotere leidingmaat is niet toegelaten.
▪ De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan de
geldende wetgeving. De minimale wanddikte voor leidingen voor
R410A
moet
overeenstemmen
onderstaande tabel.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-systeem airconditioner
4P370475-1C – 2016.11
Vloeistofleiding
34,9
19,1
41,3
Vloeistofleiding
12,7
6,4
15,9
9,5
19,1
22,2
bedraagt,
moeten
dikkere
als
vloeistofzijdig)
worden
e
Vloeistofleiding
9,5 → 12,7
(a)
12,7 → 15,9
(a)
15,9 → 19,1
(a)
19,1 → 22,2
met
de
waarden
in
Leidingdiameter (mm)
6,4/9,5/12,7
15,9
19,1/22,2
28,6
34,9
41,3
▪ Wanneer
de
vereiste
verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten)
gebruiken; houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde
diameter ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal
te voorzien).
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"6.7.3 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld moet worden" op
pagina 29.
F: Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de BP-unit
moet gebaseerd zijn op de totale capaciteit van de aangesloten
binnenunits (alleen wanneer RA DX-binnenunits zijn aangesloten).
Totale
capaciteitsindex
van aangesloten
binnenunits
20~62
63~149
150~208
Voorbeeld:
Stroomafwaartse capaciteit voor F=capaciteitsindex van unit
4+capaciteitsindex van unit 5
G: Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit
Alleen wanneer RA DX-binnenunits zijn aangesloten.
Capaciteitsindex
binnenunit
20, 25, 30
50
60
71
5.3.3
Koelmiddelaftaksets selecteren
INFORMATIE
Bij
gebruik
vereisten. Zie
binnenunits" op
Koelmiddel-refnets
Voor een voorbeeld met leidingen, zie
selecteren" op
pagina 14.
▪ Wanneer als eerste aftakking vanaf de kant van de buitenunit een
refnet-verbinding wordt gebruikt, kunt u deze kiezen uit de
volgende tabel volgens de capaciteit van de buitenunit (voorbeeld:
refnet-verbinding a).
de
Type capaciteit buitenunit (HP)
8~10
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5 Voorbereiding
Minimale dikte t (mm)
0,80
0,99
0,80
0,99
1,21
1,43
leidingdiameters
(inch-maten)
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
Gasleiding
Vloeistofleiding
12,7
15,9
19,1
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
Gasleiding
Vloeistofleiding
9,5
12,7
15,9
van
FXTQ-binnenunits
gelden
"5.3.8 Vereisten in het geval van FXTQ-
pagina 19.
"5.3.2 Leidingmaat
2 leidingen
KHRQ22M29T9
niet
6,4
9,5
6,4
9,5
andere
15