SIH 20TE
1
Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de
wettelijke eisen van het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp
wordt gebruikt. Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door
overeenkomstig
opgeleid
personeel
vastgelegd.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige klantendienst uitgevoerd worden.
OPGELET!
Bij een externe besturing van de warmtepomp resp. de circulatiepomp
moet in een additionele debietschakelaar worden voorzien, die het
inschakelen van de compressor bij afwezige volume debiet voorkomt.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Voor de inbedrijfstelling moet de transportbeveiliging verwijderd worden.
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25% uit een vorstbeveiliging op
mono-ethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het
vullen worden gemengd.
OPGELET!
Bij aansluiting van de voedingskabels op een rechts draaiveld letten (bij
een verkeerd draaiveld levert de warmtepomp geen vermogen, is de
pomp erg luid en kan het tot schade aan de compressor komen).
OPGELET!
De inbedrijfstelling gebeurt conform de montage- en gebruiksaanwijzing
van de warmtepompregelaar.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bijv.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
1.2 Doelmatig gebruik
Dit apparaat is uitsluitend voor het door de fabrikant beoogde
gebruiksdoeleinde vrijgegeven. Elk ander of verderreikend
gebruik wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd.
NL-2
worden
gecontroleerd
en
452234.66.11 · FD 9109
Hiertoe wordt ook de inachtneming van de desbetreffende
productdocumentatie gerekend. Het is niet toegestaan het
apparaat te veranderen of om te bouwen.
1.3 Wettelijke voorschriften en
richtlijnen
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2k) van de EG-
richtlijn 2006/42/EC (richtlijn voor machines) voor huiselijk
gebruik bestemd en valt daarmee onder de eisen van de EG-
richtlijn 2006/95/EC (laagspanningsrichtlijn). De pomp is
daarmee ook bestemd voor gebruik door leken voor het
verwarmen van winkels, kantoren en andere soortgelijke
werkomgevingen,
evenals
landbouwbedrijven, hotels, pensions en dergelijke of voor het
verwarmen van andere wooninrichtingen.
De warmtepomp voldoet aan alle relevante DIN-/VDE-
voorschriften en EG-richtlijnen. Deze vindt u in de CE-verklaring
in de bijlage.
De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet volgens de
geldige VDE-, EN- en IEC-normen en volgens het Algemeen
Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.) worden
uitgevoerd. Bovendien moeten de aansluitingsvoorwaarden van
de energiebedrijven in acht worden genomen.
De
warmtepomp
moet
overeenkomstig
voorschriften in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie
geïntegreerd worden.
Personen, in het bijzonder kinderen, die wegens hun fysieke,
zintuiglijke of mentale vaardigheden of wegens hun gebrek aan
kennis of ervaring niet in staat zijn het toestel op een veilige
manier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of
instructies van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet
met het toestel spelen.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige klantendienst uitgevoerd worden.
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de
wettelijke eisen van het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp
wordt gebruikt. Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door
overeenkomstig
opgeleid
personeel
vastgelegd.
1.4 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de
ontlasting van ons milieu. Voor een efficiënte werking is een
zorgvuldige dimensionering van de verwarmingsinstallatie en de
warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet de aandacht met name
op een zo laag mogelijke watervertrektemperatuur worden
gericht. Daarom dienen alle aangesloten energieverbruikers
voor een lage vertrektemperatuur geschikt te zijn. Een 1 K
hogere verwarmingswatertemperatuur verhoogt het elektrische
energieverbruik met ca. 2,5%. Een lagetemperatuurverwarming
met vertrektemperaturen tussen 30°C en 50°C is voor een
energiebesparend gebruik goed geschikt.
voor
het
verwarmen
van
de
betreffende
worden
gecontroleerd
en
www.dimplex.de