8
Bediening
8.11
Camera-monitorsysteem bedienen
Maaien
Voordat er in het maaigoed wordt gereden, de trekkeraftakas bij stationair draaien
inschakelen en langzaam op het nominaal toerental verhogen.
In het maaigoed rijden.
De bodemdruk tijdens het maaien controleren,
Voor een zuiver maaibeeld de rij- en maaisnelheid aan de gebruiksvoorwaarden
(bodemomstandigheden, eigenschappen van het maaigoed, hoogte, dichtheid) aanpassen.
Bij uitvoering "Geschoven"
INFO
Tijdens het maaien het besturingsapparaat voor het voorste hydraulische systeem in de
zweefstand laten.
Bij uitvoering "Getrokken"
INFO
Tijdens het maaien:
Het besturingsapparaat (1+) in de zweefstand laten.
Het besturingsapparaat voor het voorste hydraulische systeem in de neutrale stand laten.
LET OP
Schade aan de machine door achteruit rijden
De machine is ontworpen voor vooruit rijden. Bij ingeschakelde machine in de werkstand
nooit achteruit rijden.
Voor achteruit rijden de machine opheffen.
8.11
Camera-monitorsysteem bedienen
Bij uitvoering "Camera-monitor-systeem"
•
Om het camera-monitorsysteem te bedienen, zie handleiding van de monitorfabrikant.
86
zie
Pagina 95.
Originele handleiding 150000802_07_nl
EasyCut F 320