9.
WERKING
9.1
INBEDRIJFSTELLING
Lees voordat u de machine start
Lees deze instructies aandachtig door.
Let op het niveau van de
Overdragen.
Zie ONDERHOUD / TRANSMISSIE (13.2)
Het is belangrijk dat u de informatie erin begrijpt, met name de
secties over veiligheid en accu / oplader.
Na een korte leerfase is de machine intuïtief en eenvoudig te
bedienen. Neem de tijd om vertrouwd te raken met de machine
en maak kennis met de bedieningselementen en de
verschillende rijsnelheden.
Maak voordat u met de werkzaamheden begint een
proefrit zonder lading.
Rijd niet tegen randen of trappen in rijstroken of
valleien. Voorzichtigheid is geboden in de buurt van
onbeveiligde
landingen,
verhoogde oppervlakken. In dergelijke gevallen
kunnen onbedoelde bewegingen of te hoge
snelheden leiden tot letsel en materiële schade.
Er mag niet met de machine worden gereden op
terrein met steilere hellingen dan aangegeven in de
bedieningsinstructies. Er bestaat gevaar voor
kantelen!
Verlaag uw snelheid wanneer u op ruw terrein rijdt.
De machine mag alleen op een stevige ondergrond
worden gebruikt, niet in water, moerasgebieden en
dergelijke. en niet in potentieel explosieve gebieden.
Sta altijd met beide voeten stevig op de grond en
houd beide handen aan de handgrepen om de
machine te allen tijde onder controle te houden en
veilig rijden te garanderen.
14
TRANSPORT, AFSTELLEN/GEBRUIK
De machine mag niet worden gebruikt met losse,
beschadigde of versleten onderdelen en
bevestigingsmiddelen. Controleer de machine voor elk
steile
hellingen
of
gebruik op uiterlijk zichtbare schade en defecten.
Controleer voordat u de machine aanzet
- Stand van de gashendel (moet stationair /
Nulpositie)
- Positie van de rijrichtingschakelaar (hendel moet in de
betreffende rijrichting staan)
- Functie van het remsysteem
- Kabels en elektrische leidingen op zichtbare schade
(beschadigde onderdelen en defecte isolatie moeten worden
vervangen)
- Batterijhouder en aansluitingen (moet droog zijn)
- Staat van lading van de accu's
- Staat van de kiepbak en zijn vergrendeling
- staat van de kettingen
- Operator-specifieke handgreephoogte
Accumulatoren
De accu's van de machine zijn nieuw opgeladen tot ca.
60 - 70%. De accu's moeten worden opgeladen
voordat u de machine gebruikt.
De batterijen bevinden zich onder de kiepbak en
onder het spatbord.
Als de laadniveau-indicator (6) ROOD oplicht, laadt u
de batterijen op voordat u de machine weer gebruikt.
Zie ook ACCUMULATOREN
OPLADEN (11.6).
Bereid de plaats van gebruik voor
- Verwijder alles van de plaats van gebruik
Kan het werkproces belemmeren.
- Zorg voor voldoende verlichting op de plaats van
gebruik.
- Zorg ervoor dat u voldoende zicht heeft op het
werkgebied en dat u te allen tijde bij alle noodzakelijke
bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen kunt
komen.
- Zorg ervoor dat u zich in het werkgebied bevindt
houd onbevoegde personen niet tegen