8
Bediening
8.9
Zwaden
8.9
Zwaden
AANWIJZING
Schade aan de machine door achteruit rijden
De machine is ontworpen voor vooruit rijden. Nooit achteruit rijden als de machine in de
werkstand is.
Voor achteruit rijden de harken opheffen.
Erop letten of zich niemand in het werkbereik van de machine bevindt.
Controleer of de hoogte tot de hefarmpen tot de ondergrond ca. 660 mm bedraagt.
De dwarsarmen omhoog zetten in de wendakkerstand.
Met laag motortoerental de tussenas inschakelen.
Het toerental van de aftakas langzaam op ca. 350–450 min
De dwarsarmen neerlaten in de werkstand,
Om tijdens het werken de bodemaanpassing van het onderstel te garanderen het
enkelwerkende besturingsapparaat in de zweefstand zetten.
De rijsnelheid zodanig kiezen dat het oogstgoed zuiver en volledig opgenomen wordt.
Indien nodig de werkhoogte bijstellen,
Indien nodig de harkhelling bijstellen,
8.10
Stuurhoek voor het rijden door bochten controleren
AANWIJZING
Machineschade door botsing van trekker en afwijsbeugels
Bij het rijden door bochten tijdens het werk kan er machineschade ontstaan.
De minimale draaicirkel zodanig kiezen dat de trekker niet met de afwijsbeugels in
aanraking komt.
KS000-374
Bocht naar links
De besturing van de trekker slechts zo ver naar links draaien dat de indicator (1) de
markering (2) niet aanraakt.
58
1
-1
zie
pagina 54.
zie
pagina 71.
zie
pagina 74.
2
2
1
Originele handleiding 150001024_01_nl
verhogen.
1
Swadro TS 680 Twin
2