Voer de zaagketting (6) om de omlegschijf (8) van
de zaaggeleider, en trek daarbij de zaagketting licht in de
richting van de pijl.
De kettingwielbeschermer (3) weer aanbrengen.
LET OP!
De zaagketting moet daarbij over de kettingvanger
(9) worden getild.
De bevestigingsmoeren (2) eerst handvast aandraaien.
Zaagketting spannen
Het kettingspanmechanisme "QuickSet" (10) met de combisleu-
tel naar rechts (met de klok mee) draaien, tot de geleideschakels
van de zaagketting in de geleidegroef van de geleideronderzijde
grijpen (indien nodig de ketting licht doortrekken).
De punt van de zaaggeleider licht optillen en het kettingspan-
mechanisme (10) verder draaien, tot de zaagketting tegen de
onderzijde van de zaaggeleider ligt (zie cirkel).
Het voorste einde van de zaaggeleider verder omhoog tillen
en de bevestigingsmoeren (2) met de combisleutel vast
aandraaien.
OPMERKING: Werd de zaaggeleider omgekeerd, dan moet
het kettingspanmechanisme naar links (dus tegen de klok in)
worden gedraaid om de zaagketting te spannen.
Controle van de kettingspanning
De zaagketting is juist gespannen wanneer de zaagketting tegen
de onderzijde van de zaaggeleider aanligt en de zaagketting
nog gemakkelijk met de hand bewogen kan worden over de
zaaggeleider.
Hierbij moet de kettingrem gelost zijn.
Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe zaag-
kettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden!
Daarom de kettingspanning regelmatig bij afgezette motor
controleren.
ADVIES: IIn de praktijk wordt geadviseerd -3 zaagkettingen
afwisselend te gebruiken.
Voor een gelijkmatige slijtage van de zaaggeleidergroef moet
bij het verwisselen van een ketting de zaaggeleider omgekeerd
worden (onderzijde boven en bovenzijde onder).
Zaagketting naspannen
De bevestigingsmoeren (2) met de combisleutel ca. een
omwenteling losdraaien. De punt van de zaaggeleider licht
optillen en het kettingspanmechanisme QuickSet (10) naar
rechts (met de klok mee) draaien, tot de zaagketting weer te-
gen de onderzijde van de zaaggeleider ligt (zie cirkel).
Het voorste einde van de zaaggeleider verder omhoog tillen
en de bevestigingsmoeren (2) met de combisleutel vast
aandraaien.
6
8
3
2
9
2 10
STOP
2
15