Geluiddemper
Controleer regelmatig of de geluiddemper heel is en of deze
goed vast zit.
Temperatuurvariaties en trillingen kunnen betekenen dat het
aanhaalmoment van de bouten afneemt. Om te zorgen voor
het juiste moment moeten de bouten bij iedere servicebeurt
gecontroleerd worden. Het aanhaalmoment moet circa 10
Nm zijn. Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper
defect is.
WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik en
!
een tijdje daarna is de geluiddemper erg
warm. Raak de geluiddemper niet aan
wanneer hij warm is! Om brandwonden te
voorkomen, moet u geen warme
oppervlakken aanraken, zoals geluiddemper,
cilinder enz. Denk om het brandgevaar.
Controleren en afstellen van de
besturingskabels
De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze
kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest,
uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing
gewijzigd kan zijn.
De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de
volgende manier:
1 Verwijder de frameplaat door de bouten los te draaien (2
st) en til de frameplaat aan de achterkant op.
22 –
Dutch
Onderhoud
2 Controleer hoe strak de stuurkabels zijn door ze bij de
pijlen samen te drukken, zoals op de afbeelding te zien is.
De kabels moeten zo samen kunnen worden geklemd dat
de afstand tussen hen half zo groot wordt, zonder al te
veel kracht te gebruiken.
3 Indien nodig kunnen de kabels gespannen worden door
de stelmoeren aan iedere kant van de stuurkrans aan te
draaien. Span de kabels niet te strak, ze moeten alleen
tegen de stuurkrans getrokken worden.
Hou de kabel tegen met bijv. een bahco, zodat hij niet
ineen draait.
Als men slechts een kant spant, kan de middenstand van
het stuur wijzigen.
Controleer de spanning van de draden nadat de afstelling
is uitgevoerd volgens punt 2.
Controle van rem
Voor FR 2211 R en FR 2211 M
De rem is van het type schijfrrem en zit op de versnellingsbak
gemonteerd. Controleer of de rem juist is afgesteld door de
afstand tussen de remhefarm en de voorkant van de
uitsparing op het chassis te meten.
De afstand moet 0-1 mm zijn bij niet geactiveerde rem.