12
www.aeg.com
6.1 Kookstand
Symbo‐
len
1 - 9
Gebruik de restwarmte om
het energieverbruik te
verminderen. Schakel de
kookzone ongeveer 5 - 10
minuten uit voordat het
kookproces is voltooid.
Draai de knop voor de geselecteerde
kookzone naar de gewenste warmte-
instelling.
Draai de knop naar de uit-stand om het
kookproces te voltooien.
6.2 Activeren en deactiveren
van de buitenringen
Het verwarmingsvlak kan worden
aangepast aan de grootte van de
pannen.
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Pannen
De kookresultaten zijn afhankelijk van
het kookgerei
• aanbevolen: aluminium, koper
• niet aanbevolen: roestvrij staal,
gietijzer, glas
De bodem van de pannen
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn voordat
de pannen op de kookplaat
worden gezet.
Functie
Uit-stand
Dubbele zone
Warm houden
Kookstanden
Om de buitenste ring in te schakelen:
draai de knop rechtsom door een lichte
weerstand naar
. Draai vervolgens de
knop linksom naar de juiste kookstand.
Om de buitenste ring uit te schakelen:
de timerknop op de uitstand zetten. Het
controlelampje gaat uit.
6.3 Restwarmte-indicator
WAARSCHUWING!
Zolang het lampje aan staat,
bestaat er een risico op
brandwonden door
restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een
kookzone heet is, maar het werkt niet als
de hoofdstroom is onderbroken.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones,
zelfs als je ze niet gebruikt,
• als heet kookgerei op de koude
kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld,
maar de kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de
kookzone is afgekoeld.
Gebruik geen kookgerei op
de keramische kookplaat
met bodems met
uitgesproken randen of
richels, bijv. gietijzeren
pannen. Deze kunnen het
oppervlak van de kookplaat
permanent bekrassen of
schuren.
Pannen gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of koperen
bodems kunnen tot
verkleuringen van de glazen
keramische kookplaat
leiden.