Onderhoudsprocedure
Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de
afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande
onderhoudsprocedure uit.
Belangrijk
• Spoel de printkop en inkttank niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan allerlei problemen met de printkop
en inkttank veroorzaken.
Opmerking
• Open de bovenklep en controleer of het lampje van de inkttank rood brandt. Als het lampje knippert of
uit is, neemt u de juiste maatregelen.
De inktstatus controleren met de inktlampjes
• Als de afdrukresultaten ongelijkmatig zijn, kunt u afdrukkwaliteit verbeteren via de instellingen van het
printerstuurprogramma.
De inktkwaliteit op peil houden
• Stel de afdrukkwaliteit hoger in via de instellingen van het printerstuurprogramma. Hierdoor kunnen de
afdrukresultaten verbeteren.
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten:
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af.
Stap 1
Vanaf de printer
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Vanaf de computer
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken
Bekijk het controleraster voor de
Stap 2
Als er horizontale strepen voorkomen in het raster:
Reinig de printkop.
Stap 3
Vanaf de printer
De printkop reinigen
Vanaf de computer
De Printkoppen reinigen vanaf de computer
Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit:
Als het probleem niet is opgelost nadat u stap 1 tot en met stap 3 tweemaal hebt uitgevoerd:
spuitopeningen.
146
Stap 1