9.1.6 Ruisonderdrukking in- en uitschakelen
Voor opnames in omgevingen met veel geluid op de achtergrond,
bijvoorbeeld in een mensenmenigte of tijdens een treinreis of
autorit, kunt u de ruisonderdrukking inschakelen, waardoor de
achtergrondgeluiden worden gedempt.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
2
Kies met h / b het menu voor opname-instellingen Ó.
3
Kies met + / – de functie
Noise reduction
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Kies met + / –, of u de functie in- of uit wilt schakelen.
6
Bevestig het met de opnameknop g.
7
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
Inhoudsopgave
9.1.7 Bewerkingsmodus instellen
U kunt een bestaande opname bewerken door een deel van de
opname te overschrijven of aan het einde van een opname een nieuwe
opname aan te voegen. In overschrijvingsmodus wordt de aanwezige
opname vanaf de actuele positie gewist!
1
2
3
.
4
5
6
7
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
Druk in stopmodus (startscherm) op MENU.
Kies met h / b het menu voor opname-instellingen Ó.
Kies met + / – de functie
Edit mode
Bevestig het met de opnameknop g.
Kies met + / –, of u een nieuw deel aan een bestaande opname wilt
toevoegen, of u een bestaand deel wilt wissen en overschrijven. U
kunt de functie ook uitschakelen.
Op het display wordt het symbool van de gekozen
X
bewerkingsmodus weergegeven:
Å – Opname toevoegen
Æ – Opname overschrijven
Bevestig het met de opnameknop g.
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
breken en naar de stopmodus terug te keren.
.
41
Instellingen