Gevoeligheid
Pas de gevoeligheid van de camera voor licht aan.
Gevoeligheid kan worden ingesteld
door de gevoeligheidsschijf op te tillen
en te draaien.
Optie
Optie
Gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan op-
nameomstandigheden volgens de gekozen optie voor
A (auto)
A OPNAME-INSTELLINGEN > ISO AUTOM.INSTELLING.
Kies uit AUTO1, AUTO2 en AUTO3.
Draai aan de voorste instelschijf om te kiezen uit waarden van 80
tot 51200. Dit bereik omvat "uitgebreide" waarden van 80 tot 125,
C (commando)
25600 en 51200. Houd er rekening mee dat door "uitgebreide"
waarden het dynamisch bereik kan verminderen of vlekken kunnen
vermeerderen.
Pas gevoeligheid handmatig aan. Geselecteerde waarde wordt in
160–12800
het scherm weergegeven.
Gevoeligheid aanpassen
Hoge waarden kunnen worden gebruikt om beelden minder wazig te maken
als er weinig verlichting is, terwijl lagere waarden zorgen voor langere sluitertij-
den of een wijdere opening van het diafragma bij fel licht. Let erop dat spikkels
kunnen verschijnen in foto's met een hoge gevoeligheid.
Gevoeligheid
Beschrijving
Beschrijving
5
79