ISO AUTOM.INSTELLING.
Kies de basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale
sluitertijd voor de A-positie op de gevoeligheidsschijf. Instellin-
gen voor AUTO1, AUTO2 en AUTO3 kunnen afzonderlijk wor-
den opgeslagen; de standaardinstellingen worden hieronder
getoond.
Item
Item
BASISINSTEL. GEVOELIGHEID
MAX. GEVOELIGHEID
MIN. SLUITERSNELH
De camera kiest automatisch een gevoeligheid tussen de
standaard- en maximumwaarden; gevoeligheid wordt alleen
verhoogd boven de standaardwaarde als de vereiste sluitertijd
voor optimale belichting langer zou zijn dan de waarde geselec-
teerd voor MIN. SLUITERSNELH.
N
•
Als de waarde geselecteerd voor BASISINSTEL. GEVOELIGHEID hoger
is dan de waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID, wordt
BASISINSTEL. GEVOELIGHEID ingesteld op de waarde geselecteerd
voor MAX. GEVOELIGHEID.
•
De camera selecteert mogelijk sluitertijden die langer zijn dan MIN.
SLUITERSNELH als foto's nog steeds onderbelicht zouden zijn bij de
waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID.
•
Als AUTO is geselecteerd voor MIN. SLUITERSNELH, de camera kiest
automatisch een minimale sluitertijd die ongeveer gelijk is aan de inver-
sie van de lensbrandpuntafstand in seconden (bijvoorbeeld, als de lens
een brandpuntafstand van 50 mm heeft, kiest de camera een minimale
sluitertijd in de buurt van 1⁄50 s). De minimale sluitertijd wordt niet beïn-
vloed door de optie geselecteerd voor beeldstabilisatie.
Opties
Opties
160–12800
400–12800
⁄–¼ SEC, AUTO
OPNAME-INSTELLINGEN
Standaard
Standaard
AUTO1
AUTO1
AUTO2
AUTO2
160
800
1600
⁄ SEC
AUTO3
AUTO3
3200
6
145