DE MONTAGE VAN DE ZAAGGELEIDER EN
ZAAGKETTING
1.
Voor het monteren van de zaaggeleider moet het kettingwieldeksel
en het zich tussen dit deksel en het motorhuis bevindende plastic
afstandsblokje (alleen voor transport benodigd) verwijderd worden.
Daarna de zaaggeleider zodanig over de bevestigingsschroeven
bewegen dat de spanmoer in de daarvoor bestemde uitsparing van
de zaaggeleider valt.
2.
Monteert u eerst de ketting op het kettingwiel en daarna op de
zaaggeleider. De snijtanden moeten in de richting van de
zaaggeleidertop wijzen. Hierbij moet speciaal gelet worden dat de
aandrijfleden in de groef van de zaaggeleider vallen.
3.
Monteer nu het kettingwieldeksel en draai de moer(en) handvast
aan. Nadat de ketting op de juiste spanning is afgesteld de
zaaggeleider aan de top oplichten en gelijktijdig de moer(en)
vastdraaien.
LET OP!!
De motorzaag nooit zonder kettingwieldeksel laten draaien.
ONDERHOUD
De kettingrem is aan normale slijtage onderhevig. Daarom is regelmatig
onderhoud door Uw dealer noodzakelijk. Voor elk gebruik moet de
kettingrem op goed functioneren gecontroleerd worden. De
handbeschermer moet schoon zijn zodat de werking niet door vuil teniet
gedaan wordt.
CARBURATEURAFSTELLING MODEL 394
De shindaiwa motorzaag model 394 heeft een carburateur met vast
ingestelde sproeiers.
Om het stationair toerental af te stellen moet de stationaire instelschroef
(LA) als volgt worden afgesteld.
1.
Is het toerental te laag (de motor slaat af) dan moet de
instelschroef (LA) zover worden ingedraaid dat de motor "rond"
loopt. De zaagketting mag echter niet draaien!
2.
Is het toerental te hoog (zaagketting draait) dan moet het toerental
verlaagd worden door de instelschroef (LA) zover uit te draaien dat
de ketting stil staat.
Het juiste stationaire toerental is 2800-3000 t/min.
LET OP!
De motor mag nooit onbelast op max toerental draaien.