Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Navigatie; Navigeren Naar Een Bestemming; Navigeren Met De Kaart; Navigeren Met Het Kompas - Garmin GPSMAP 66 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 66:
Inhoudsopgave

Advertenties

Navigatie

Navigeren naar een bestemming

1
Selecteer FIND.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer een bestemming.
4
Selecteer Ga.
De route wordt als een magenta lijn op de kaart
weergegeven.
5
Navigeer met de kaart
(Navigeren met de kaart, pagina
of met het kompas
(Navigeren met het kompas, pagina

Navigeren met de kaart

1
Start de navigatie naar een bestemming
bestemming, pagina
5).
2
Selecteer Kaart.
Uw locatie wordt op de kaart aangegeven met een blauwe
driehoek. Terwijl u zich verplaatst, verplaatst de blauwe
driehoek zich ook en geeft uw route aan.
3
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u verschillende gebieden van de kaart wilt weergeven,
selecteert u , ,
of
• Selecteer
en
om in en uit te zoomen op de kaart.

Navigeren met het kompas

Tijdens het navigeren naar een bestemming wijst
bestemming, ongeacht in welke richting u zich verplaatst.
1
Start de navigatie naar een bestemming
bestemming, pagina
5).
2
Selecteer Kompas.
3
Blijf draaien tot
naar de bovenkant van het kompas wijst en
volg die richting om naar uw bestemming te gaan.

Stoppen met navigeren

Selecteer FIND > Navigatie stoppen.

Via-punten

Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Met via-punten kunt u markeren waar u bent, waar u naartoe
gaat of waar u bent geweest. U kunt details over de locatie
toevoegen, zoals naam, hoogte en diepte.
U kunt een .gpx-bestand met via-punten toevoegen door het
bestand over te brengen naar de GPX-map
overbrengen naar uw computer, pagina

Een waypoint maken

U kunt uw huidige locatie als waypoint opslaan.
1
Selecteer MARK.
2
Selecteer indien nodig een veld als u wijzigingen in het
waypoint wilt aanbrengen.
3
Selecteer Sla op.

Naar een via-punt navigeren

1
Selecteer FIND > Waypoints.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer Ga.

Een via-punt bewerken

1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer een item om te bewerken, bijvoorbeeld de naam.
4
Voer de nieuwe informatie in en selecteer OK.

Een via-punt verwijderen

1
Selecteer Waypoint-beheer.
Navigatie
(Navigeren naar een
.
naar uw
(Navigeren naar een
(Bestanden
16).
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Wis.

Via-punt middelen

U kunt de locatie van een via-punt verfijnen voor een
nauwkeurigere weergave. Bij het middelen voert het toestel
verschillende metingen op dezelfde locatie uit en gebruikt de
gemiddelde waarde voor een nauwkeurigere meting.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Gem. locatie.
5)
5).
4
Ga naar de locatie van het via-punt.
5
Selecteer Start.
6
Volg de instructies op het scherm.
7
Als de statusbalk Betrouwbaarheid van meting op 100%
staat, selecteer dan Sla op.
Voor de beste resultaten kunt u maximaal acht metingen voor
een via-punt opslaan. Wacht minimaal negentig minuten tussen
de metingen.

Een via-punt projecteren

U kunt een nieuwe locatie maken door de afstand en peiling te
projecteren vanaf een gemarkeerde locatie naar een nieuwe
locatie.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Projecteer wayp..
4
Geef de peiling op en selecteer OK.
5
Selecteer een maateenheid.
6
Voer de afstand in en selecteer OK.
7
Selecteer Sla op.

Een waypoint op de kaart verplaatsen

1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Verplaats via-punt.
4
Selecteer een locatie op de kaart.
5
Selecteer Verplaats.

Een locatie in de buurt van een waypoint zoeken

1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Zoek nabij hier.
4
Selecteer een categorie.
Op de lijst staan locaties in de buurt van het oorspronkelijke
waypoint.
Een nabijheidswaarschuwing voor een waypoint
instellen
U kunt een nabijheidswaarschuwing voor een waypoint
toevoegen. Gevarenzones waarschuwen u als u zich binnen het
opgegeven bereik van een bepaalde locatie bevindt.
1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Stel gev.zone in.
4
Voer de radius in.
Wanneer u een gebied met een nabijheidswaarschuwing
binnengaat, klinkt er een signaal.

Een waypoint toevoegen aan uw route

1
Selecteer Waypoint-beheer.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer MENU > Voeg aan route toe.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave