Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen aanpassen
(Tijdinstellingen, pagina
Profielen: Hiermee kunt u activiteitenprofielen aanpassen en
nieuwe maken
(Profielen, pagina
Herstel: Hiermee kunt u gebruikersgegevens en -instellingen
opnieuw instellen
(Gegevens en instellingen herstellen,
pagina
15).
Over: Hiermee wordt toestelinformatie, zoals de toestel-id,
softwareversie, informatie over regelgeving en
licentieovereenkomst weergegeven
regelgeving en compliance op e-labels weergeven,
pagina
17).
Waypoints: Hiermee kunt u een aangepast voorvoegsel
invoeren voor de automatische naam voor waypoints.
Systeeminstellingen
Selecteer Stel in > Systeem.
Satelliet: Hiermee stelt u de opties voor het satellietsysteem in
(Satellietinstellingen, pagina
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst
die op het toestel wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de
kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of door de
gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd.
Interface: Hiermee stelt u de indeling van de seriële interface in
(Seriële interface-instellingen, pagina
RINEX logboekregistratie: Hiermee kan het toestel Receiver
Independent Exchange Format-gegevens (RINEX) naar een
systeembestand schrijven. RINEX is een
gegevensuitwisselingsformaat voor ruwe gegevens van het
satellietnavigatiesysteem.
AA-batterijtype: Hiermee kunt u selecteren welk type AA-
batterijen u gebruikt.
OPMERKING: Deze instelling is niet beschikbaar als het
NiMH-batterijpak is geplaatst.
Satellietinstellingen
Selecteer Stel in > Systeem > Satelliet.
Satellietsysteem: Hiermee stelt u het satellietsysteem in op
GPS, GPS + GLONASS (Russisch satellietsysteem), GPS +
GALILEO (satellietsysteem van de Europese Unie) of
Demonstratiemodus (GPS uit).
WAAS/EGNOS: Hiermee kan het systeem gebruikmaken van
WAAS/EGNOS-gegevens (Wide Area Augmentation System/
European Geostationary Navigation Overlay Service).
GPS en andere satellietsystemen
De standaard satellietsysteeminstelling is GPS. De opties GPS
+ GLONASS of GPS + GALILEO bieden betere prestaties in
moeilijke omgevingen en u kunt er sneller uw positie mee
bepalen. Door GPS en een andere satelliet tegelijk te gebruiken,
kan de levensduur van de batterij sneller afnemen dan wanneer
alleen GPS wordt gebruikt.
Seriële interface-instellingen
Selecteer Stel in > Systeem > Interface.
Garmin Spanner: Hiermee kunt u de USB-poort van het toestel
gebruiken voor de meeste NMEA 0183-conforme
kaartprogramma's door een virtuele seriële poort te maken.
Garmin serieel: Hiermee wordt het toestel ingesteld om een
eigen standaard van Garmin te gebruiken voor uitwisseling
van gegevens over waypoints, routes en sporen met een
computer.
NMEA in/uit: Stelt het toestel in voor standaard NMEA 0183-
invoer en -uitvoer.
Tekst uit: Verschaft eenvoudige ASCII-tekstuitvoer van locatie-
en snelheidsgegevens.
Het toestel aanpassen
15).
15).
(Informatie over
13).
13).
MTP: Hiermee kunt u instellen dat het toestel het Media
Transfer Protocol (MTP) gebruikt om toegang te krijgen tot
het bestandssysteem op het toestel in plaats van de
massaopslagmodus.
Scherminstellingen
Selecteer Stel in > Scherm.
Time-out van scherm: Hiermee kunt u de tijd instellen voordat
de schermverlichting uitgaat.
Batterijbesparing: Hiermee bespaart u batterijstroom en
verlengt u de gebruiksduur van de batterij door het scherm uit
te schakelen wanneer de schermverlichting uitgaat.
Presentatie: Hiermee wijzigt u het uiterlijk van de
schermachtergrond en selectiemarkering
wijzigen, pagina
13).
Schermafbeelding: Hiermee kunt u de afbeelding op het
scherm van het toestel opslaan.
Tekstgrootte herzien: Hiermee wijzigt u de grootte van de tekst
op het scherm.
De kleurmodus wijzigen
1
Selecteer Stel in > Scherm > Presentatie.
2
Selecteer een optie:
• Als u wilt inschakelen dat het toestel automatisch kiest
voor dag- of nachtkleuren gebaseerd op het tijdstip,
selecteert u Modus > Automatisch.
• Als u een lichte achtergrond wilt gebruiken, selecteert u
Modus > Dag.
• Als u een donkere achtergrond wilt gebruiken, selecteert u
Modus > Nacht.
• Als u het kleurenschema voor overdag wilt aanpassen,
selecteert u Dagkleur.
• Als u het kleurenschema voor de nacht wilt aanpassen,
selecteert u Nachtkleur.
Bluetooth instellingen
Selecteer Stel in > Bluetooth.
Status: Hiermee kunt u Bluetooth draadloze technologie
inschakelen en uw huidige verbindingsstatus bekijken.
Meldingen: Hiermee bekijkt of verbergt u
smartphonemeldingen.
Vergeet telefoon: Hiermee verwijdert u het verbonden toestel
uit de lijst van gekoppelde apparaten. Deze optie is alleen
beschikbaar nadat het toestel is gekoppeld.
Wi‑Fi instellingen
Selecteer Stel in > Wi-Fi.
Wi-Fi: Hiermee schakelt u draadloze technologie in.
Voeg netw. toe: Hiermee kunt u scannen naar en verbinding
maken met een draadloos netwerk.
Route-instellingen
De beschikbare route-instellingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde activiteit.
Selecteer Stel in > Routebepaling.
Activiteit: Stelt een activiteit voor routebepaling in. Het toestel
berekent routes die zijn geoptimaliseerd voor het huidige type
activiteit.
Berekeningswijze: Hiermee stelt u de methode in waarmee uw
route wordt berekend.
Zet vast op weg: Zet het blauwe driehoekje, dat uw positie op
de kaart aangeeft, vast op de dichtstbijzijnde weg. Dit is
vooral nuttig tijdens autorijden of navigeren op wegen.
Route herberekenen: Hiermee stelt u de voorkeuren voor
herberekening van de route in wanneer u van een actieve
route weg navigeert.
(De kleurmodus
13