Te vermijden instellen: Hiermee stelt u het type weg, terrein en
transportmethode in dat u wilt vermijden tijdens het
navigeren.
Routeovergangen: Hiermee stelt u in hoe het toestel routes
bepaalt van het ene punt op de route naar het volgende.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor sommige
activiteiten. Met de optie Afstand wordt u naar het volgende
punt van de route geleid als u zich op een opgegeven
afstand van uw huidige punt bevindt.
De toestelgeluiden instellen
U kunt het geluid voor berichten, toetsaanslagen,
afslagwaarschuwingen en alarmen instellen.
1
Selecteer Stel in > Geluid > Geluid > Aan.
2
Selecteer het gewenste geluid voor ieder item.
Geocaching-instellingen
Selecteer Stel in > Geocaching.
Geocaching Live: Hiermee kunt u live geocachegegevens
verwijderen van uw toestel en verwijderen uit uw
toestelregistratie op geocaching.com
geocachegegevens van het toestel verwijderen, pagina
Toestelregistratie verwijderen van Geocaching.com,
pagina
11).
Geocache-stijl: Hiermee kunt u het toestel de lijst met
geocaches laten weergeven op naam of code.
chirp™ zoeken: Het toestel zoekt naar een geocache die een
chirp accessoire bevat
(Zoeken naar chirp inschakelen,
pagina
11).
chirp!22 programmeren: Hiermee wordt het chirp accessoire
geprogrammeerd. Raadpleeg de chirp gebruikershandleiding
op www.garmin.com.
Filter instellen: Hiermee kunt u aangepaste filters maken en
opslaan voor geocaches
opslaan, pagina
10).
Gevonden geocaches: Hier kunt u het aantal gevonden
geocaches wijzigen. Dit aantal wordt automatisch verhoogd
als u een gevonden geocache logt
pagina
11).
Draadloze sensoren
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over
compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar
buy.garmin.com.
De draadloze sensoren koppelen
Voordat u kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of
de sensor plaatsen.
Koppelen is het verbinden van draadloze sensoren met ANT+ of
Bluetooth-technologie, zoals het verbinden van een
hartslagmeter met uw toestel.
1
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij
andere sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2
Selecteer Stel in > Sensors.
3
Selecteer uw type sensor.
4
Selecteer Nieuwe zoeken.
Als de sensor is gekoppeld met uw toestel, wordt de status
van de sensor gewijzigd van Zoeken naar Verbonden.
Fitnessinstellingen
Selecteer Stel in > Fitness.
Auto Lap: Hiermee stelt u in dat de ronde automatisch na een
specifieke afstand wordt gemarkeerd.
Activiteittype: Hiermee kunt u de fitnessactiviteit instellen op
hiken, hardlopen, fietsen en meer. Op deze manier wordt een
14
(Live
(Een aangepast geocachefilter
(De poging loggen,
activiteit ook weergegeven als het juiste type wanneer u deze
overzet naar Garmin Connect.
Gebruiker: Hiermee stelt u uw profielinformatie in. Het toestel
gebruikt deze informatie om nauwkeurige trainingsgegevens
te berekenen in Garmin Connect.
HS-zones: Hiermee stelt u de vijf hartslagzones en uw
maximale hartslag voor fitnessactiviteiten in.
Ronden op afstand markeren
Met Auto Lap
®
kunt u de ronde automatisch markeren na een
bepaalde afstand. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende delen van een activiteit wilt vergelijken.
1
Selecteer Stel in > Fitness > Auto Lap.
2
Voer een waarde in en selecteer OK.
Maritieme instellingen wijzigen
Selecteer Stel in > Maritiem.
Waterkaartmodus: Hiermee stelt u het type kaart in waarmee
het toestel maritieme gegevens weergeeft. Nautisch geeft
verschillende kaartelementen in verschillende kleuren weer
zodat maritieme nuttige punten beter leesbaar en de kaart
11,
dezelfde kleuren heeft als papieren kaarten. Vissen
(watersportkaarten vereist) geeft een gedetailleerde
weergave van zeebodemcontouren en dieptepeilingen en
vereenvoudigt de kaartweergave zodat deze optimaal is om
te kunnen vissen.
Presentatie: Stelt de weergave in voor de maritieme
navigatiehulpmiddelen op de kaart.
Alarm instellen: Stelt een alarm in voor wanneer u een
opgegeven afstand afdrijft terwijl u voor anker ligt en wanneer
u water nadert met een bepaalde diepte.
Maritieme alarmsignalen instellen
1
Selecteer Stel in > Maritiem > Alarm instellen.
2
Selecteer het gewenste type alarm.
3
Selecteer Aan.
4
Voer een afstand in en selecteer OK.
Menu-instellingen
Selecteer Stel in > Menu's.
Menustijl: Hiermee stelt u de weergave van het hoofdmenu in.
Hoofdmenu: Hiermee kunt u items verplaatsen, toevoegen en
verwijderen in het hoofdmenu
pagina
14).
Paginavolgorde: Hiermee kunt u items verplaatsen, toevoegen
en verwijderen in de paginavolgorde
wijzigen, pagina
Stel in: Hiermee verandert u de itemvolgorde in het
instellingenmenu.
Zoek: Hiermee verandert u de itemvolgorde in het zoekmenu.
Het hoofdmenu aanpassen
U kunt items verplaatsen in, toevoegen aan en verwijderen uit
het hoofdmenu.
1
Selecteer MENU > Wijzig itemvolgorde in het hoofdmenu.
2
Selecteer een menu-item.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Verplaats om de plaatsing van het item in de
lijst te wijzigen.
• Selecteer Voeg in als u een nieuw item wilt toevoegen
aan de lijst.
• Selecteer Verwijder als u een item wilt verwijderen uit de
lijst.
De paginavolgorde wijzigen
1
Selecteer Stel in > Menu's > Paginavolgorde > Bewerk
paginavolg..
(Het hoofdmenu aanpassen,
(De paginavolgorde
14)
Het toestel aanpassen