De zaklamp gebruiken
OPMERKING: Gebruik van de zaklamp kan de levensduur van
de batterij doen afnemen. U kunt de helderheid of de
knipperfrequentie beperken om de levensduur van de batterijen
te verlengen.
1
Selecteer Zaklamp > ENTER.
2
Gebruik zo nodig de schuifbalk om de helderheid aan te
passen.
3
Selecteer zo nodig een ander type flitser.
0
Geen knipperlicht, constante lichtstraal.
1 t/m 9 Aantal knipperingen per seconden.
SOS
Noodlicht.
OPMERKING: Wi‑Fi, Bluetooth en ANT+ verbindingen zijn
uitgeschakeld in de SOS-modus.
De inReach afstandsbediening gebruiken
Met de inReach afstandsbediening kunt u uw inReach toestel
bedienen met uw GPSMAP 66 series toestel.
1
Schakel het inReach toestel in.
2
Selecteer inReach Remote op uw GPSMAP 66 series
toestel.
3
Selecteer indien nodig Koppel nwe inReach.
4
Wacht totdat het GPSMAP 66 series toestel verbinding
maakt met uw inReach toestel.
5
Selecteer een optie:
• Als u een vooraf ingesteld bericht wilt verzenden,
selecteert u Verzend voorinstelling en selecteert u een
bericht in de lijst.
• Als u een sms-bericht wilt verzenden, selecteert u Nieuw
bericht, selecteert u de contactpersonen en voert u de
berichttekst in of selecteert u een snel bericht.
• Als u een SOS-bericht wilt verzenden, gebruikt u de
pijltjes om door de tabbladen te bladeren en selecteert u
SOS > Ja.
OPMERKING: U dient de SOS-functie alleen te gebruiken
in een werkelijke noodsituatie.
• Als u de timer en de afgelegde afstand wilt weergeven,
gebruikt u de pijltjes om door de tabbladen te bladeren en
selecteert u
.
Satellietpagina
Op de satellietpagina wordt de volgende informatie
weergegeven: uw huidige locatie, de GPS-nauwkeurigheid, de
satellietlocaties en de signaalsterkte.
U kunt
of
selecteren om extra satellietbeelden te bekijken,
bijvoorbeeld wanneer het GPS + GLONASS of GPS + GALILEO
satellietsysteem is ingeschakeld.
GPS-satellietinstellingen
Selecteer Satelliet > MENU.
OPMERKING: Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar als
Gebruik met GPS uit is ingeschakeld.
Gebruik met GPS uit: Hiermee kunt u de GPS uitschakelen.
Gebruik met GPS aan: Hiermee kunt u de GPS inschakelen.
Koers boven: Geeft aan of satellieten en halve cirkels worden
weergegeven waarbij het noorden naar de bovenkant van het
scherm wijst of uw huidige spoor naar de bovenkant van het
scherm wijst.
Eén kleur: Hiermee kunt u selecteren of de satellietpagina in
één kleur of in meerdere kleuren wordt weergegeven.
Stel locatie in op kaart: Hiermee kunt u uw huidige locatie op
de kaart markeren. U kunt deze locatie gebruiken om routes
te maken of om naar opgeslagen locaties te zoeken.
12
AutoLocate-positie: Hiermee berekent u uw GPS-positie met
behulp van de Garmin AutoLocate
Satelliet instellen: Hiermee stelt u de opties voor het
satellietsysteem in
(Satellietinstellingen, pagina
Het toestel aanpassen
De gegevensvelden aanpassen
U kunt aanpassen welke gegevensvelden op elke hoofdpagina
worden weergegeven.
1
Open de pagina waarvan u de gegevensvelden wilt wijzigen.
2
Selecteer MENU.
3
Selecteer Wijzig gegevensvelden.
4
Selecteer het nieuwe gegevensveld.
5
Volg de instructies op het scherm.
Het menu Instellen
Selecteer tweemaal MENU en selecteer Stel in.
Systeem: Hiermee kunt u systeeminstellingen aanpassen
(Systeeminstellingen, pagina
Scherm: Hiermee past u de schermverlichting en
scherminstellingen aan
Bluetooth: Hiermee koppelt u uw toestel aan een smartphone
en kunt u de Bluetooth instellingen
pagina
13).
Wi-Fi: Hiermee kunt u verbinding maken met draadloze
‑ Fi instellingen, pagina
netwerken
(Wi
Kaart: Hiermee stelt u de kaartweergave in
pagina
3).
Vastleggen: Hiermee kunt u de instellingen voor activiteiten
vastleggen aanpassen
(Opname-instellingen, pagina
Routebepaling: Hiermee kunt u aanpassen hoe het toestel
routes voor elke activiteit berekent
pagina
13).
Expeditiemodus: Hiermee kunt u instellingen aanpassen voor
het inschakelen van de expeditiemodus
inschakelen, pagina
1).
Geluid: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen en waarschuwingssignalen
instellen, pagina
14).
Koers: Hiermee kunt u de instellingen voor de kompaskoers
aanpassen
(Koersinstellingen, pagina
Hoogtemeter: Hiermee kunt u de hoogtemeterinstellingen
aanpassen
(Hoogtemeterinstellingen, pagina
Geocaching: Hiermee kunt u uw geocache-instellingen
aanpassen
(Geocaching-instellingen, pagina
Sensors: Hiermee koppelt u draadloze sensoren aan uw toestel
(Draadloze sensoren, pagina
Fitness: Hiermee kunt u instellingen aanpassen voor het
vastleggen van fitnessactiviteiten
pagina
14).
Maritiem: Hiermee stelt u de weergave van maritieme gegevens
op de kaart in
(Maritieme instellingen wijzigen, pagina
Menu's: Hiermee kunt u de paginavolgorde en het hoofdmenu
aanpassen
(Menu-instellingen, pagina
Positieweergave: Hiermee stelt u de opties voor geografisch
positieformaat en kaartdatum in
positieweergave, pagina
Eenheden: Hiermee kunt u de op het toestel gebruikte
meeteenheden instellen
pagina
15).
functie.
®
13).
13).
(Scherminstellingen, pagina
(Bluetooth instellingen,
13).
(Kaartinstellingen,
(Route-instellingen,
(Expeditiemodus
(De toestelgeluiden
4).
4)
14)
14).
(Fitnessinstellingen,
14).
(Instellingen voor
15).
(De maateenheden wijzigen,
Het toestel aanpassen
13).
6).
14).