Voorbereidingen voor het gebruik
4
Voorbereidingen voor het gebruik
14
WAARSCHUWING!
Gevaar door gebruik van de installatie op onge‐
schikte opstellocaties.
–
De nationale en lokale bepalingen voor het
gebruik van chloor moeten worden opgevolgd.
–
De exploitant moet met name een explosievei‐
ligheidsdocument conform ATEX opstellen. Op
aanvraag levert de fabrikant een gegevensdo‐
cument.
–
De exploitant van de installatie is verantwoor‐
delijk voor het opvolgen van de bepalingen.
Worden de veiligheidsbepalingen niet opgevolgd,
kan dat leiden tot lichamelijk letsel en materiële
schade.
De vloer van de ruimte moet voldoende draagkracht hebben
n
om het gewicht van de gevulde installatie te dragen.
De vloer moet vlak en waterpas zijn en een stevige ondergrond
n
hebben.
Op een hoogte van 100 cm mag de installatie maximaal 0,4 cm
n
zijwaartse uitslag hebben.
De ruimte moet beschikken over een voldoende gedimensio‐
n
neerde vloerafvoer, om bij leidingbreuk het weglekkende water
veilig af te kunnen voeren.
De ruimten waar de installatie zich bevindt, mogen geen vaste
n
werkplekken bevatten.
De ruimte moet vrij zijn van agressieve dampen en chemica‐
n
liën.
De ruimte mag slechts weinig stof bevatten.
n
De ruimte moet een afdoende toevoer van verse lucht hebben;
n
totaal oppervlak van de beluchtingsopeningen > 225 cm². Wan‐
neer een rooster wordt gebruikt, moet worden gerekend met
het effectief, luchtdoorlatend oppervlak!
Vanuit de ruimte moet waterstof kunnen worden afgevoerd
n
naar de buitenlucht, via een oplopende afvoerleiding. Aan het
einde van deze afvoerleiding mag geen gevaar ontstaan door
de afgevoerde waterstof.
De ruimtetemperatuur en luchtvochtigheid mogen de toege‐
n
stane waarden niet overschrijden. Kan dit niet worden gewaar‐
borgd, moet de ruimte worden voorzien van een klimaatbe‐
heersing.
De installatie moet worden beschermd tegen direct zonlicht.
n
Links en rechts van de schakelkast van de installatie moet een
n
minimale afstand van ⋝ 20 cm worden vrijgehouden voor de
ventilator en voor onderhoudsdoeleinden. Houd ook rekening
met het opstelschema - zie hiervoor het einde van hfst. "Instal‐
latie".
Naast de installatiekast moet in elk geval nog plaats zijn voor
n
de soletank en optioneel voor een extern productreservoir.
De ruimte moet geschikt zijn voor het bedrijf van de betref‐
n
fende installatie en voorzien zijn van een afdoend gedimensio‐
neerde netspanningsaansluiting.