Reageren op foutberichten
Controleren op de DHCP server
Is de DHCP server ingeschakeld?
Schakel de DHCP server in.
Zijn er genoeg adressen om te worden toegekend door de
DHCP-server?
Vergroot het aantal adressen dat door de DHCP-server wordt
toegekend.
Verwijder apparatuur met door de DHCP-server toegekende
adressen van het netwerk om het aantal gebruikte adressen te
verminderen.
Werkt de DHCP-server correct?
Controleer de DHCP-serverinstellingen om na te gaan of deze
goed werkt als DHCP-server.
Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DHCP-server
beschikbaar is.
Controleren op het hele netwerk
Bevat het netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat
fungeert als gateway?
Vraag de netwerkbeheerder zo nodig om het adres van de
netwerkgateway en voer dit in op de transmitter (p.138, 144).
Zorg ervoor dat het gateway-adres correct is ingevoerd op alle
netwerkapparaten, inclusief de transmitter.
Reageren op foutberichten 21 - 24
Controleer ook de volgende zaken bij fout 21 - 24.
Zijn de transmitter en het toegangspunt ingesteld om dezelfde
encryptiesleutel te gebruiken voor verificatie?
Deze fout doet zich voor als de encryptiesleutels niet overeenkomen en
de verificatiemethode voor encryptie is ingesteld op [Open systeem]. Bij
de instelling wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine
letters, dus controleer of u alles correct hebt ingevoerd. Controleer of u
de correcte encryptiesleutel voor verificatie hebt ingevoerd op de
transmitter (p.32).
120