Alarmlimiet
Alarmimiet hoge SpO
Alarmlimiet lage SpO
Alarmlimiet hoge
polsfrequentie
Alarmlimiet lage
polsfrequentie
Alarmvolume
Voor elke gebruikssessie waarin de parameters niet opgehaald of in het
set-upmenu gewijzigd zijn, worden de standaard instellingen voor
alarmen en volume automatisch geselecteerd.
Gebruikersinstellingen
In de modus Gebruikersinstellingen moeten de standaardinstellingen
van de gebruiker voor alarmlimieten en volume ingesteld worden.
Om de Gebruikersinstellingen in te stellen, stel de alarmlimieten in, houd
de alarmsignaaldempknop ingedrukt en druk vervolgens op de
limietknop. Dit stelt de Gebruikersinstellingen in op de op dat moment
ingestelde alarmlimieten.
Model 7500 haalt de Gebruikersinstelling bij het opstarten op uit het
geheugen als deze optie geselecteerd wordt. Na activering prevaleren
de Gebruikersinstellingen boven de Fabrieksinstellingen.
Alle Gebruikersinstellingen blijven bewaard, zelfs als zowel de
NB:
externe voeding als de batterijvoeding zijn uitgevallen.
Modus Patiëntbeveiliging
Het is niet mogelijk om de alarmlimieten te wijzigen als model 7500 in de
modus Patiëntbeveiliging staat. De modus Patiëntbeveiliging voorkomt
ongewenste wijziging van belangrijke parameters. Op model 7500 kan de
gebruiker de instelling van de alarmlimieten, volume en tijd via de modus
Patiëntbeveiliging vergrendelen of ontgrendelen. Gebruikers zullen
diverse verschillen in de werking opmerken voor de modus
Patiëntbeveiliging:
• Standaard- en andere apparatuurinstellingen kunnen niet uit het
geheugen worden opgehaald.
• Klok- en kalendergegevens kunnen niet gewijzigd worden.
12
Fabrieksinstelling
Uit
2
85%
2
200 slagen/min
50 slagen/min
Hoog
Bedrijfsmodi en standaardinstellingen
Mogelijke
instellingen
Uit, 80–100
Uit, 50–95
Uit, 75–275
Uit, 30–110
Uit, Laag, Hoog
Stap
1%
1%
5 slagen/min
5 slagen/min
NVT