Numerieke ledjes
Groene numerieke ledjes geven de waarden voor %SpO
polsfrequentie weer. Wanneer u het apparaat instelt, geven deze ledjes
tevens waarden voor alarmlimieten, volume, en datum en tijd weer.
Indicators en pictogrammen
Alarmbalk
Dit signaallampje geeft alle alarmsituaties aan. In het geval van
alarmsituaties met hoge prioriteit (patiëntalarmen) wordt de
indicator in het rood weergegeven en knippert hij snel. In het
geval van alarmsituaties met matige prioriteit wordt de indicator
in het geel weergegeven en knippert hij langzaam.
Signaallampje pulskwaliteit
Dit gele ledje knippert om aan te geven dat een pulssignaal
slecht is. Als er gedurende een langere periode signalen van
slechte kwaliteit ontvangen worden, brandt dit ledje constant.
Signaallampje sensoralarm
Dit gele ledje waarschuwt als er een sensor is losgeraakt, defect
is, verkeerd is aangebracht of niet compatibel is met deze
monitor.
WAARSCHUWING:
Staafgrafiek pulssterkte
Deze driekleurige staafgrafiek met acht segmenten geeft de
door de oxymeter gemeten pulssterkte weer. De hoogte van de
staafgrafiek voor pulssterkte is recht evenredig met het
pulssignaal; de kleur wordt bepaald door de sterkte van het signaal.
Signaallampje alarmonderdrukking
Als dit gele ledje knippert, betekent dit dat het hoorbare
alarmsignaal gedurende twee minuten is uitgeschakeld. Wanneer
er alarmmeldingen actief zijn, knippert dit ledje gelijk met de
alarmbalk. Als er geen alarmmeldingen actief zijn, knippert dit
ledje met de frequentie voor een alarm van middelmatige prioriteit.
Als het constant brandt, geeft het alarmonderdrukkingslampje
aan dat het volume van het hoorbare alarmsignaal op minder
dan 45 dB is ingesteld.
Signaallampje netspanningsadapter
Dit groene ledje brandt als model 7500 door een externe
stroombron wordt gevoed.
8
Geen beschadigde sensoren gebruiken.
Groen = goede pulssterkte
Geel = nog net voldoende pulssterkte
Rood = zwakke pulssterkte, alarm met hoge prioriteit
Displays, indicators en knoppen
en
2