Uw magnetronoven is met 5 vermogensniveaus uitgerust, die u maximale flexibiliteit en
controle over het bereidingsproces geven.
Onderstaande tabel toont voorbeelden van levensmiddelen en het aanbevolen
vermogensniveau om hen in deze magnetronoven te bereiden.
VERMOGENS
HOOG
MIDDELMATIG
HOOG
MIDDELMATIG
ONTDOOIEN /
MIDDELMATIG
LAAG
LAAG
NIVEAU
* Water koken
* Rundergehakt bruinen
* Gevogeltedelen, vis, groenten bereiden
* Zachte vleesstukjes bereiden
* Opwarmen (alle gevallen)
* Gebraad en gevogelte bereiden
* Paddestoelen en schaaldieren bereiden
* Levensmiddelen bereiden, die kaas en eieren bevatten
* Taarten en gebakjes bakken
* Eieren bereiden
* Vla bakken
* Rijst, soep koken
* Ontdooien (alle gevallen)
* Boter en chocolade smelten
* Minder zachte vleesstukjes bereiden
* Boter en kaas laten zacht worden
* Roomijs laten zacht worden
* Gistdeeg laten rijzen
van de magnetronfunctie
GEBRUIK
9
Vermogensniveaus
UITGANGSVER
VERMOGENSNI
MOGEN
VEAU (%)
100 %
900 W
80 %
720 W
60 %
540 W
40 %
360 W(
20 %
180 W
)