PROBLEEM
Door het
waarschuwingssystee
m wordt de TEMP-
waarschuwing
geactiveerd
Door het
waarschuwingssystee
m wordt de CHECK
ENGINE-
waarschuwing
geactiveerd
Besturing is niet
soepel of voelt
"hobbelig"
Sturen gaat moeilijk
58
MOGELIJKE OORZAAK
S.A.F.E.-modus geactiveerd met continu brandende indicator:
De EMM heeft oververhitting vastgesteld.
• Kijk of er een constante stroom water uit de waterpompcontroles-
lang komt. Schakel de motor UIT.
• Verwijder eventuele verontreinigingen van de inlaatzeven. Als de
oververhitting aanhoudt, zal de motor in "terugkeer"-modus
werken. Keer onmiddellijk terug naar de haven.
• Zie S.A.F.E. Resetten op pagina 59.
S.A.F.E.-modus geactiveerd met knipperende indicator:
De EMM heeft schadelijke oververhitting vastgesteld. De motor zal
niet meer draaien.
• Laat de motor 20 minuten afkoelen en keer terug naar de haven.
• Zie S.A.F.E. Resetten op pagina 59.
• Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.
S.A.F.E.-modus geactiveerd met continu brandende indicator:
De EMM heeft oververhitting vastgesteld.
• Vraag om bijstand en / of keer terug naar de haven.
• Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.
Een continu brandende indicator zonder S.A.F.E.-modus:
De EMM heeft een probleem vastgesteld dat zo snel als praktisch
mogelijk is moet worden verholpen, om bedrijfsproblemen te
voorkomen. Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.
Uitschakelings
modus geactiveerd met een knipperende indicator:De EMM heeft
een abnormale toestand in de werking van het brandstofsysteem
vastgesteld.
• De motor wordt UITgeschakeld en kan niet opnieuw worden ge-
start.
• Vraag om bijstand en / of keer terug naar de haven.
• Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.
S.A.F.E.-modus geactiveerd met continu brandende indicator,
snelheid wordt door buitenboordmotor tot neutraal verlaagd en er wordt
naar VRIJLOOP geschakeld. LED-indicatoren afstandsbediening
knipperen snel. Op de digitale display worden de codes 114 en
115 aangegeven (verlies van netwerkcommunicatie).
De EMM heeft een probleem met de buitenboordmotor
vastgesteld.
• Reset de netwerken. Draaien de contactschakelaar naar UIT.
Start vervolgens de motor(en) opnieuw op.
• Vraag om bijstand en / of keer terug naar de haven.
• Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.
• Lucht in stuursysteem
• Hydraulische stuurvloeistof bijna op
• Hydraulische slang geknikt of vernauwd.
• Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.
• Lucht in stuursysteem.
• Hydraulische slang geknikt of vernauwd.
• Zie Onderhoudsopmerking op pagina 59.