B
EDIENING
Schakelen
Met draaiende motor en de bedieningshendel
in de VRIJLOOP:
Beweeg de bedieningshendel naar voor of
naar achter, totdat deze ingrijpt in de schakel-
pal vooruit of achteruit.
Snelheidsregeling
Na het schakelen, de hendel langzaam in
dezelfde richting blijven bewegen om de
snelheid op te voeren.
Druk op de knop RPM + of – om het motortoe-
rental in stappen van 1% te verhogen of te
verlagen.
Motorsynchronisatie (alleen dubbel-
kompas)
Druk op de knop SYNC om het toerental van
meerdere motoren te synchroniseren. De
knop SYNC schakelt de bediening van alle
moteren over naar de bakboordhendel op het
bedieningssysteem.
29