3.
Draai de tapbout naar rechts om de maaisnelheid te
verlagen en naar links om de maaisnelheid te verhogen.
4.
Draai de contramoer op de tapbout en de moer op de
pedaalpen vast om de afstelling te borgen. Controleer
daarna de afstelling en stel indien nodig opnieuw af.
Het afstellen van het
neerlaten/ophalen van de maai-
eenheid
Het circuit dat het neerlaten en ophalen van de maai-eenheid
regelt is voorzien van een regelklep voor de doorstroming.
Deze klep is in de fabriek ingesteld en staat drie slagen
open. Het kan echter wenselijk zijn deze afstelling te
veranderen ter compensatie van eventuele verschillen in
hydraulische olietemperaturen, maai-omstandigheden,
enzovoorts. Indien een bijstelling gewenst is, gaat u als volgt
te werk:
1. Laat de hydraulische olie volledig op bedrijfs-
temperatuur komen alvorens de regelklep voor de
doorstroming te verstellen.
2. Klap de stoel omhoog en zoek de regelklep voor de
doorstroming die zich op de hydraulische cilinder
bevindt.
1.
Regelklep doorstroming
3. Draai de stelschroef in de knop op de regelklep los.
4. Indien de middelste maai-eenheid te laat zakt, draait u
1
de knop
⁄
slag tegen de wijzers van de klok in. Indien
4
de middelste maai-eenheid te vroeg zakt, draait u de
1
knop
⁄
slag met de wijzers van de klok mee.
4
Afbeelding 27
33