Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weeralarmen Instellen; Het Brandstofalarm Instellen; Mijn Boot Instellingen; De Kielcorrectie Instellen - Garmin GPSMAP 902 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 902 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

FrontVü dieptealarm instellen, pagina
beschikbaar met Panoptix FrontVü transducers.
Watertemperatuur: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als
de transducer een temperatuur doorgeeft die 2°F (1,1°C)
hoger of lager is dan de opgegeven temperatuur.
Contour: Hiermee kunt u opgeven dat er een alarm moet
afgaan als het toestel een zwevend doel detecteert in de
opgegeven diepte vanaf het wateroppervlak en vanaf de
bodem.
Vis: Hiermee kunt u een geluidsalarm instellen voor als het
toestel een zwevend doel detecteert.
laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke
grootte worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of
grote vissen worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen
worden gedetecteerd.

Weeralarmen instellen

Voordat u weeralarmen kunt instellen, moet u een compatibele
kaartplotter aansluiten op een weertoestel, zoals een GXM
toestel, en beschikken over een geldig weerabonnement.
1
Selecteer Instellingen > Alarmen > Weer.
2
Schakel alarmen in voor specifieke weersomstandigheden.

Het brandstofalarm instellen

Voordat u een brandstofniveau-alarm kunt instellen, moet een
compatibele brandstofstroomsensor zijn verbonden met de
kaartplotter.
U kunt een alarm laten afgaan wanneer de totale hoeveelheid
resterende brandstof aan boord het door u opgegeven niveau
bereikt.
1
Selecteer Instellingen > Alarmen > Brandstof > Stel tot.
brdstf aan boord in > Aan.
2
Voer de resterende hoeveelheid brandstof in waarbij het
alarm moet afgaan en selecteer OK.

Mijn boot instellingen

OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra
kaarten of toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Mijn boot.
Diepte en anker: Hiermee kunt u informatie invoeren over de
kiel
(De kielcorrectie instellen, pagina
Temp.correctie: Hiermee kunt u een correctiewaarde instellen
voor de watertemperatuurmeting via een NMEA 0183
watertemperatuursensor of een transducer met
temperatuursensor

(De watertemperatuurcorrectie instellen,

pagina
58).
Vaarsnelheid kalibreren: Hiermee kalibreert u de transducer
met snelheidsmeting of de snelheidssensor
watersnelheid kalibreren, pagina
Brandstofcapaciteit: Hiermee stelt u de gecombineerde
brandstofcapaciteit van alle brandstoftanks op uw vaartuig in
(De brandstofcapaciteit van het vaartuig instellen, pagina
Type boot: Schakelt enkele kaartplotterfuncties in op basis van
het boottype.
CZone™: Hiermee stelt u de digitale schakelcircuits in.
Systeemprofielen: Hiermee kunt u uw systeemprofiel opslaan
op een geheugenkaart en systeemprofielinstellingen
importeren vanaf een geheugenkaart. Dit kan handig zijn als
u meerdere boten hebt, of als u uw instellingen wilt delen met
een vriend.

De kielcorrectie instellen

U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te
compenseren voor de installatielocatie van de transducer.
58
32). Dit alarm is alleen
23) en het anker.
(Een toestel voor
59).
44).
Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het
water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte.
Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de
kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten
of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de
afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de
boot.
Als de transducer onder de waterlijn is geïnstalleerd en u de
daadwerkelijke waterdiepte wilt weten, meet u de afstand van de
onderkant van de transducer tot de waterlijn.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als u over
geldige dieptegegevens beschikt.
1
De afstand meten:
• Als de transducer op de waterlijn
van de kiel is geïnstalleerd, meet u de afstand tussen de
locatie van de transducer en de kiel van de boot. Voer
deze waarde in als een positief getal.
• Als de transducer onder aan de kiel
u de daadwerkelijke waterdiepte weet, meet u de afstand
tussen de transducer en de waterlijn. Voer deze waarde in
als een negatief getal.
2
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Diepte en anker >
Kielcorrectie.
3
Selecteer
als de transducer op de waterlijn is geïnstalleerd
of selecteer
als de transducer onder aan de kiel is
geïnstalleerd.
4
Voer de afstand in die in stap 1 is gemeten.
De watertemperatuurcorrectie instellen
Voordat u de watertemperatuurcorrectie kunt instellen, moet u
een NMEA 0183-watertemperatuursensor of een transducer met
temperatuursensor aansluiten om de watertemperatuur te
meten.
De temperatuurcorrectie compenseert de temperatuurmeting
van een temperatuursensor.
1
Meet de watertemperatuur aan de hand van een
temperatuursensor of een transducer met temperatuurmeting
die is aangesloten op de kaartplotter.
2
Meet de watertemperatuur met een andere
temperatuursensor of een thermometer die nauwkeuriger is.
3
Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de
watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.
Het resultaat is de temperatuurcorrectie. Voer deze waarde
in stap 5 in als een positief getal als de op de kaartplotter
aangesloten sensor een koudere watertemperatuur aangeeft
dan in werkelijkheid het geval is. Voer deze waarde in stap 5
in als een negatief getal als de op de kaartplotter
of boven het uiteinde
is geïnstalleerd en
Toestelconfiguratie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 702 series

Inhoudsopgave