Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Frequenties Selecteren; Een Frequentievoorinstelling Maken; De A-Scope Inschakelen; Panoptix Echolood Instellen - Garmin GPSMAP 902 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 902 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

water. U kunt CHIRP gebruiken om doelen, zoals vissen in een
school, te onderscheiden en voor toepassing in diep water.
CHIRP presteert over het algemeen beter dan toepassingen met
één enkelvoudige frequentie. Omdat sommige vissen beter
worden weergegeven met een vaste frequentie, moet u rekening
houden met uw doelstellingen en met de wateromstandigheden
wanneer u CHIRP frequenties gebruikt.
Met sommige black-box echoloden en transducers kunt u ook
vooraf ingestelde frequenties aanpassen voor elk
transducerelement. Dit betekent dat u de frequentie met behulp
van de voorinstellingen snel kunt wijzigen wanneer de
wateromstandigheden en uw doelstellingen veranderen.
Wanneer u twee frequenties tegelijk gebruikt in de gesplitste
frequentieweergave, kunt u dieper kijken met de lagere
frequentie en tegelijkertijd meer details zien met de hogere
frequentie.

Frequenties selecteren

OPMERKING: U kunt niet de frequentie voor alle
echoloodweergaven en transducers aanpassen.
U kunt opgeven welke frequenties in het echoloodscherm
worden weergegeven.
1
Selecteer in een echoloodweergave Menu > Frequentie.
2
Selecteer een frequentie die is afgestemd op uw behoeften
en waterdiepte.
Zie
(Echoloodfrequenties, pagina
over frequenties.

Een frequentievoorinstelling maken

OPMERKING: Niet voor alle transducers beschikbaar.
U kunt een voorinstelling maken om een specifieke
echoloodfrequentie op te slaan, zodat u snel van frequentie kunt
wisselen.
1
Selecteer in een echoloodweergave Menu > Frequentie.
2
Selecteer Frequentiebeheer > Nieuwe voorinstelling.
3
Voer een frequentie in.

De a-scope inschakelen

OPMERKING: Deze functie is beschikbaar in de Traditioneel
echoloodweergaven.
De a-scope is een verticale flitser aan de rechterkant van de
weergave en toont u wat zich op dat moment onder de
transducer bevindt. U kunt de a-scope gebruiken om doelen die
gemakkelijk kunnen worden gemist, duidelijker te maken als de
echoloodgegevens snel over het scherm worden geschoven,
bijvoorbeeld wanneer u op hoge snelheid vaart. Dit kan handig
zijn als u vissen wilt detecteren die zich dicht bij de bodem
bevinden.
Bovenstaande a-scope geeft visweerkaatsingen
zachte-bodemweerkaatsing
1
Selecteer in een echoloodweergave Menu >
Echoloodinstelling > Presentatie > A-Scope > Aan.
2
Selecteer een behoudtijd.
U kunt de behoudtijd vergroten, zodat de echoloodresultaten
langer worden weergegeven.
Viszoeker met echolood
30) voor meer informatie
en een
weer.

Panoptix echolood instellen

Kijkhoek en zoomniveau van RealVü aanpassen
U kunt de kijkhoek van de RealVü echoloodweergaven wijzigen.
U kunt ook in- en uitzoomen op de weergave.
Selecteer in een RealVü echoloodweergave een optie:
• Om de kijkhoek diagonaal te wijzigen selecteert u
• Om de kijkhoek horizontaal te wijzigen selecteert u
• Om de kijkhoek verticaal te wijzigen selecteert u
• Veeg over het scherm in de gewenste richting om de
kijkhoek te wijzigen.
• Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen.
• Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
De RealVü zwaaisnelheid aanpassen
U kunt de snelheid waarop de transducer heen en weer zwaait
aanpassen. Bij een hogere zwaaisnelheid worden minder
gedetailleerde beelden gegenereerd, maar wordt het scherm
sneller vernieuwd. Bij een lagere zwaaisnelheid zijn de beelden
gedetailleerder, maar wordt het scherm langzamer vernieuwd.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor de RealVü
3D Historical echoloodweergave.
1
Selecteer in een RealVü echoloodweergave Menu >
Scansnelheid.
2
Selecteer een optie.
LiveVü Forward en FrontVü Sonar menu
Selecteer in de LiveVü Forward weergave of de FrontVü
sonarweergave Menu.
Versterking: Hiermee kunt u het detailniveau en de ruis die op
het sonarscherm wordt weergegeven, aanpassen.
Als u de signalen met de hoogste intensiteit wilt weergeven
op het scherm, kunt u de versterking verlagen om signalen
met een lagere intensiteit en ruis te verwijderen. Als u alle
signaalinformatie wilt weergeven, kunt u de versterking
verhogen om meer informatie weer te geven op het scherm.
Hiermee geeft u ook meer ruis weer, waardoor het lastiger
kan zijn om echte signalen te herkennen.
Dieptebereik: Hiermee kunt u het bereik van de diepteschaal
aanpassen.
Als u toestaat dat het toestel het bereik automatisch aanpast,
wordt de bodem weergegeven in het onderste deel van het
sonarscherm. Dit kan handig zijn voor het volgen van een
bodem met minimale of beperkte dieptewijzigingen.
Als u het bereik handmatig aanpast, kunt u een opgegeven
bereik weergeven. Dit kan handig zijn voor het volgen van
een bodem met grote dieptewijzigingen, zoals steile
hellingen. De bodem wordt op het scherm weergegeven
zolang deze binnen het door u ingestelde bereik blijft.
Voorwaarts bereik: Hiermee kunt u het bereik van de
voorwaartse schaal aanpassen.
Als u het toestel het bereik automatisch wilt laten aanpassen,
wordt de voorwaartse schaal aangepast op basis van de
diepte. Door het bereik handmatig aan te passen, kunt u een
specifiek bereik bekijken. De bodem wordt op het scherm
weergegeven zolang deze binnen het door u ingestelde
bereik blijft. Als u deze optie handmatig verkleint, kan dit de
effectiviteit van het FrontVü alarm beperken, waardoor u
minder tijd hebt om te reageren op meldingen van ondieptes.
Zendhoek: Hiermee kunt u de focus van de transducer naar
bakboord- of stuurboordzijde verleggen. Deze functie is
alleen beschikbaar met RealVü geschikte Panoptix
transducers, zoals de PS30, PS31, en PS60.
Zenden: Hiermee kunt u de actieve transducer laten stoppen
met uitzenden.
.
.
.
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 702 series

Inhoudsopgave