GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
Bakrooster:
Plaats het bakrooster op de telescopische
geleiders.
Braadpan:
Plaats de diepe pan op de telescopische
geleiders.
Bakrooster en diepe pan samen:
Plaats het bakrooster en de diepe pan sa‐
men op de telescopische geleider.
8.3 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. U kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
De oventemperatuur: minimaal 120 °C.
Ingrediënten moeten op ka‐
mertemperatuur zijn.
Er zijn twee temperaturen om in te stellen:
Voor de beste kookresultaten:
Niet gebruiken voor vloei‐
bare gerechten.
ACCESSOIRES
De kerntemperatuur.
Tijdens het koken moet het in de
schaal blijven.
27/56