nl Uw apparaat leren kennen
Touchveld
Functie
binnenkant
Verwarmingsmethoden
Temperatuur
AutoPilot
Gewicht
Tijdfuncties
Snel voorverwarmen
4.4 Bedieningsring
Met de bedieningsring wijzigt u de instelwaarden die
op het display worden weergegeven.
Wanneer u bij instelwaarden, bijv. de temperatuur, de
minimale of maximale waarde heeft bereikt, blijft deze
waarde op het display staan. Draai indien nodig de
waarde met de bedieningsring opnieuw terug.
Bij lijsten, bijv. de verwarmingsfuncties, begint na de
laatste waarde opnieuw de eerste.
4.5 Display
Het display toont u de actuele instelwaarden op ver-
schillende niveaus.
Waarde op
De waarde op de voorgrond is in het
de voor-
wit geaccentueerd. U kunt de waarde
grond
met de bedieningsring direct wijzigen.
Na het starten van een functie is de
temperatuur of de stand op de voor-
grond.
Waarde op
Waarden op de achtergrond zijn in het
de achter-
grijs weergegeven. Om de waarde met
grond
de bedieningsring te wijzigen, kiest u
voordien de gewenste functie.
Vergroting
Zolang u met de bedieningsring een
waarde wijzigt, wordt alleen deze waar-
de vergroot weergegeven.
Ringlijn
Aan de buitenkant van het display bevindt zich de ring-
lijn.
¡ Positieweergave
Wanneer u een waarde wijzigt, toont de ringlijn u
waar u zich in de keuzelijst bevindt. Afhankelijk van
het instelgebied en de lengte van de keuzelijst is de
ringlijn ononderbroken of verdeeld in segmenten.
¡ Voortgangsindicatie
Tijdens het gebruik toont de ringlijn de voortgang en
wordt de ringlijn per seconde rood gevuld.
Bij een aflopende tijdsduur verdwijnt er elke secon-
de een segment van de ringlijn.
Temperatuurindicatie
De opwarmingslijn en de restwarmte-indicatie tonen u
de temperatuur in de binnenruimte.
Door thermische traagheid kan de weergegeven tem-
peratuur een beetje afwijken van de werkelijke tempe-
ratuur in de binnenruimte.
¡ Opwarmingslijn
Na het starten van de functie wordt de witte lijn on-
der de temperatuur rood gevuld naarmate de bin-
nenruimte opgewarmd raakt. Wanneer u voorver-
8
Gebruik
Functie verwarmingsmethoden kiezen.
Temperatuur voor de binnenruimte kiezen.
Functie AutoPilot met bereidingsprogramma's kiezen.
Gewicht bij de functie AutoPilot kiezen.
Tijdfuncties kiezen.
Snel opwarmen voor de ovenruimte starten of afbreken.
¡ Restwarmte-indicatie
4.6 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→ "Accessoires", Pagina 10
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De rekjes zijn afhankelijk van het type apparaat op een
of meerdere niveaus met telescooprails uitgerust.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 21
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
warmt, is het optimale tijdstip voor het inschuiven
van de gerechten bereikt zodra de lijn geheel rood
gevuld is.
Bij instelstanden, bijv. bij grillstanden, is de opwar-
mingslijn direct rood gevuld.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
ringlijn de restwarmte in de binnenruimte weer. Hoe
geringer de restwarmte wordt, des te donkerder
kleurt de ringlijn, en op een geven moment verdwijnt
hij helemaal.