^ Kies met de X/Y - toetsen de ge-
wenste variant.
0: Toetssignaal uit en zoemer uit
1: Toetssignaal uit en zoemer aan
2: Toetssignaal uit en zoemer aan
3: Toetssignaal aan en zoemer aan
^ Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgeno-
men. Symbool ) knippert.
^ Tip de toets voor de instellingsmodus
aan om deze modus te verlaten.
Doet u dat niet, verlaat de elektronica
na ca. èèn minuut automatisch de in-
stellingsmodus.
(na 4 minuten)
(na 2 minuten)
(na 2 minuten)
Het wijzigen van instellingen
Lichtsterkte van het display s
U kunt de lichtsterkte van het display
aan de omgeving aanpassen.
De lichtsterkte van het display kan in de
standen 1 tot en met 3 worden inge-
steld. Vanuit de fabriek is stand 3, de
maximale stand, ingesteld.
Het instellen van de lichtsterkte van
het display
^ Tip de toets voor de instellingsmodus
aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool 0
knippert.
^ Tip de temperatuurtoetsen (X en Y)
zo vaak aan, totdat in het display
symbool s begint te knipperen.
^ Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool s brandt.
31